Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
slaapstede 3
slaapsteden 1
slaapt 15
slaat 48
slacht 14
slachte 3
slachten 44
Frequency    [«  »]
48 opgestaan
48 opwaarts
48 profeteren
48 slaat
48 tabernakels
48 tijde
48 trawanten

Bijbel

IntraText - Concordances

slaat

   Book Chapter: Verse
1 Gen 29:8 | op het ene heir komt, en slaat het, zo zal het overgeblevene 2 Exo 2:13 | tot den ongerechte: Waarom slaat gij uw naaste? ~ 3 Exo 21:12 | 12 Wie iemand slaat, dat hij sterft, die zal 4 Exo 21:15 | zijn vader of zijn moeder slaat, die zal zekerlijk gedood 5 Exo 21:18 | mannen twisten, en de een slaat den ander met een steen, 6 Exo 21:20 | dienstmaagd met een stok slaat, dat hij onder zijn hand 7 Exo 21:26 | oog van zijn dienstmaagd slaat, en verderft het, hij zal 8 Num 34:15 | wie een ziel onvoorziens slaat. ~ 9 Num 34:30 | 30 Al wie de ziel slaat, naar den mond der getuige 10 Deu 7:2 | uw aangezicht, dat gij ze slaat; zo zult gij hen ganselijk 11 Deu 15:10 | alles, waaraan gij uw hand slaat. ~ 12 Deu 19:11 | en staat tegen hem op, en slaat hem aan het leven, dat hij 13 Deu 23:20 | alles, waaraan gij uw hand slaat, in het land, waar gij naar 14 Deu 25:11 | de hand desgenen, die hem slaat, te redden, en haar hand 15 Deu 28:8 | alles, waaraan gij uw hand slaat; en Hij zal u zegenen in 16 Deu 28:20 | alles, waaraan gij uw hand slaat, dat gij doen zult; totdat 17 Joz 10:19 | uw vijanden achterna, en slaat hen in den staart; laat 18 Joz 20:9 | derwaarts vluchte alwie een ziel slaat door dwaling; opdat hij 19 Ric 20:10 | zeggende: Trekt heen, en slaat met de scherpte des zwaards 20 1Sa 2:29 | 29 Waarom slaat gijlieden achteruit tegen 21 1Sa 17:25 | koning dien man, die hem slaat, met groten rijkdom verrijken 22 1Sa 17:26 | doen, die dezen Filistijn slaat, en den smaad van Israel 23 1Sa 17:27 | men den man doen, die hem slaat. ~ 24 2Sa 5:8 | dage: Al wie de Jebusieten slaat, en geraakt aan die watergoot, 25 2Sa 13:28 | tot ulieden zal zeggen: Slaat Amnon, dan zult gij hem 26 2Kon 9:27| hem achterna, en zeide: Slaat hem ook op den wagen, aan 27 2Kon 10:25| de hoofdmannen: Komt in, slaat hen, dat niemand uitkome. 28 1Kro 11:6 | de Jebusieten het eerst slaat, zal tot een hoofd, en tot 29 Job 4:20 | zonder dat men er acht op slaat, vergaan zij in eeuwigheid. ~ 30 Psa 46:10 | verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt. ~ 31 Psa 50:19 | 19 Uw mond slaat gij in het kwade, en uw 32 Psa 55:21 | 21 Hij slaat zijn handen aan degenen, 33 Jes 9:12 | zich niet tot Dien, Die het slaat, en den HEERE der heirscharen 34 Jes 28:27 | komijn gaan; maar de wikken slaat men uit met een staf, en 35 Jes 41:7 | dien, die op het aambeeld slaat, zeggende van het soldeersel: 36 Jes 67:3 | Wie een os slacht, slaat een man; wie een lam offert, 37 Jer 23:29 | een steenrots te morzel slaat? ~ 38 Klaa 1:74| zijn wang dien, die hem slaat, hij worde zat van smaad. ~ 39 Eze 7:9 | Ik de HEERE      ben, Die slaat. ~ 40 Eze 9:5 | door de stad achter hem, en slaat, ulieder oog verschone niet, 41 Joe 3:10 | 10      Slaat uw spaden tot zwaarden, 42 Joe 3:13 | 13      Slaat de sikkel aan, want de oogst 43 Matt 5:39| wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere 44 Luk 6:29 | Dengene, die u aan de wang slaat, biedt ook de andere; en 45 Luk 9:62 | zijn hand aan den ploeg slaat, en ziet naar hetgeen achter 46 Luk 19:27 | zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood. ~ 47 Joha 18:23| kwade; en indien wel, waarom slaat gij Mij? ~ 48 2Kor 11:20| iemand in het aangezicht slaat. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License