Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
profeteert 14
profeten 238
profetenzoon 1
profeteren 48
profeterende 3
profetering 1
profetes 5
Frequency    [«  »]
48 opgang
48 opgestaan
48 opwaarts
48 profeteren
48 slaat
48 tabernakels
48 tijde

Bijbel

IntraText - Concordances

profeteren

   Book Chapter: Verse
1 Num 11:27 | en zeide: Eldad en Medad profeteren in het leger. ~ 2 1Sa 10:5 | en harpen, en zij zullen profeteren. ~ 3 1Sa 10:6 | over u, en gij zult met hen profeteren; en gij zult in een anderen 4 1Sa 10:13 | Toen hij nu voleind had te profeteren, zo kwam hij op de hoogte. ~ 5 1Kon 22:18| niets goed, maar kwaads profeteren? ~ 6 1Kro 26:1 | met luiten en met cimbalen profeteren zouden; en die onder hen 7 2Kro 19:17| niets goeds, maar kwaad profeteren? ~ 8 Jer 5:31 | 31      De profeten profeteren valselijk, en de priesters 9 Jer 14:14 | zeide tot mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb 10 Jer 14:14 | noch tot hen gesproken; zij profeteren ulieden een      vals gezicht, 11 Jer 14:15 | profeten, die in Mijn Naam profeteren, daar Ik hen niet gezonden 12 Jer 14:16 | het volk, tot hetwelk zij profeteren, zullen op de straten van 13 Jer 19:14 | HEERE gezonden had, om te profeteren, stond hij in het voorhof 14 Jer 23:16 | woorden der profeten, die u profeteren; zij maken u ijdel; zij 15 Jer 23:25 | die in Mijn Naam leugen profeteren, zeggende: Ik heb gedroomd, 16 Jer 23:26 | profeten, die de leugen profeteren? Ja, het zijn profeten van 17 Jer 23:32 | degenen, die valse dromen profeteren, spreekt de HEERE, en vertellen 18 Jer 25:30 | al deze woorden tot hen profeteren, en gij zult tot hen zeggen: 19 Jer 26:12 | huis en tegen deze stad te profeteren al de woorden, die gij      20 Jer 27:10 | 10      Want zij profeteren u valsheid, om u verre uit 21 Jer 27:14 | Babel niet dienen; want zij profeteren u valsheid. ~ 22 Jer 27:15 | spreekt de HEERE, en zij profeteren valselijk in Mijn Naam; 23 Jer 27:15 | gij en de profeten, die u profeteren. ~ 24 Jer 27:16 | woorden uwer profeten, die u profeteren, zeggende: Ziet, de vaten 25 Jer 27:16 | wedergebracht worden; want zij profeteren u valsheid. ~ 26 Jer 29:9 | 9      Want zij profeteren u valselijk in Mijn Naam; 27 Jer 29:21 | ulieden in Mijn Naam valselijk profeteren: Ziet, Ik zal hen      geven 28 Eze 4:7 | en gij zult tegen haar profeteren. ~ 29 Eze 13:2 | de profeten Israels, die profeteren, en zeg tot degenen, die 30 Eze 13:2 | degenen, die uit hun hart profeteren: Hoort des HEEREN woord. ~ 31 Eze 13:16 | Israels, die van Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht 32 Eze 13:17 | dochteren uws volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer 33 Joe 2:28 | zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen 34 Amos 2:12| zeggende: Gij zult niet profeteren. ~ 35 Amos 3:8 | gesproken, wie zou niet profeteren? ~ 36 Amos 7:13| zult gij voortaan niet meer profeteren; want dat is des konings 37 Amos 7:16| Gij zegt: Gij zult niet profeteren tegen Israel, noch druppen 38 Mic 2:6 | niet, zeggen zij, laat die profeteren; zij profeteren niet als 39 Mic 2:6 | laat die profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt 40 Mic 2:11 | liegt, zeggende: Ik zal u profeteren voor wijn en voor sterken 41 Hand 2:17| zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen 42 Hand 2:18| uitstorten, en zij zullen profeteren. ~ 43 1Kor 13:9 | kennen ten dele, en wij profeteren ten dele; ~ 44 1Kor 14:1 | maar meest, dat gij moogt profeteren. ~ 45 1Kor 14:31| allen, de een na den ander profeteren, opdat zij allen leren, 46 1Kor 14:39| broeders, ijvert om te profeteren, en verhindert niet in vreemde 47 Open 10:11| tot mij: Gij moet wederom profeteren voor vele volken, en natien, 48 Open 11:3 | macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License