Book Chapter: Verse

 1 Num  31:67 |       En ziet, gijlieden zijt opgestaan in stede van uw vaderen,
 2 Ric   8:18 |        18 Maar gij zijt heden opgestaan tegen het huis mijns vaders,
 3 2Sa  12:21 |   kind gestorven is, zijt gij opgestaan en hebt brood gegeten. ~
 4 2Sa  14:7  |    zie, het ganse geslacht is opgestaan tegen uw dienstmaagd, en
 5 1Kon   8:20|    gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader
 6 2Kro   7:10|    gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader
 7 2Kro  14:6 |   Salomo, den zoon van David, opgestaan, en heeft gerebelleerd tegen
 8 Neh   9:3  |                3 Want als zij opgestaan waren op hun standplaats,
 9 Psa  27:12 |       getuigen zijn tegen mij opgestaan, mitsgaders die wrevel uitblaast. ~
10 Matt   2:14|                    14 Hij dan opgestaan zijnde, nam het Kindeken
11 Matt   2:21|                   21 Hij dan, opgestaan zijnde, heeft tot zich genomen
12 Matt   9:7 |                      7 En hij opgestaan zijnde, ging heen naar zijn
13 Matt   9:19|                   19 En Jezus opgestaan zijnde, volgde hem, en Zijn
14 Matt  11:11|      geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de
15 Matt  17:9 | totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden. ~
16 Matt  26:32|          32 Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan
17 Matt  27:64|   zeggen tot het volk: Hij is opgestaan van de doden; en zo zal
18 Matt  28:6 |     is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft.
19 Matt  28:7 |      Zijn discipelen, dat Hij opgestaan is van de doden; en ziet,
20 Mark   1:35|    nog diep in den nacht was, opgestaan zijnde, ging Hij uit, en
21 Mark   9:9 |       mensen uit de doden zou opgestaan zijn. ~
22 Mark  10:1 |                 1 En van daar opgestaan zijnde, ging Hij naar de
23 Mark  12:23|       dan, wanneer zij zullen opgestaan zijn, wiens vrouw zal zij
24 Mark  12:25|       zij uit de doden zullen opgestaan zijn, zo trouwen zij niet,
25 Mark  14:28|          28 Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan
26 Mark  16:6 |      Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet
27 Mark  16:9 |                9 En als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg,
28 Mark  16:14|      gezien hadden, nadat Hij opgestaan was. ~
29 Luk   1:39 |                  39 En Maria, opgestaan zijnde in diezelfde dagen,
30 Luk   4:38 |                  38 En Jezus, opgestaan zijnde uit de synagoge,
31 Luk   6:8  |     sta in het midden. En hij opgestaan zijnde, stond overeind. ~
32 Luk   7:16 |    groot Profeet is onder ons opgestaan, en God heeft Zijn volk
33 Luk   8:24 | Meester, wij vergaan! en Hij, opgestaan zijnde, bestrafte den wind
34 Luk   8:55 |     weder, en zij is terstond opgestaan; en Hij gebood, dat men
35 Luk   9:7  |     Johannes van de doden was opgestaan; ~
36 Luk   9:8  |      profeet van de ouden was opgestaan. ~
37 Luk   9:19 |     enig profeet van de ouden opgestaan is. ~
38 Luk  13:25 |  nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten
39 Luk  22:45 |      En als Hij van het gebed opgestaan was, kwam Hij tot Zijn discipelen,
40 Luk  24:6  |     is hier niet, maar Hij is opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u
41 Luk  24:34 |  zeiden: De Heere is waarlijk opgestaan, en is van Simon gezien. ~
42 Joha   2:22|            22 Daarom, als Hij opgestaan was van de doden, werden
43 Joha   7:52|      uit Galilea geen profeet opgestaan is. ~
44 Hand   4:26|       der aarde zijn te zamen opgestaan, en de oversten zijn bijeenvergaderd
45 Hand   5:41|        nadat Hij uit de doden opgestaan was. ~
46 Hand   9:5 |  zeiden zij, er zijn sommigen opgestaan van die van de sekte der
47 Rom  14:9  |    Christus ook gestorven, en opgestaan, en weder levend geworden,
48 1The   4:14|     dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen,