Book Chapter: Verse
1 Matt 2:29| 6 En werden van hem gedoopt in de Jordaan, belijdende
2 Matt 2:36| tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. ~
3 Matt 2:37| zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot
4 Matt 2:39| 16 En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen
5 Matt 20:22| drinken zal, en met den doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt
6 Matt 20:22| gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt worde? Zij zeiden tot Hem:
7 Matt 20:23| met den doop, waarmede Ik gedoopt worde, zult gij gedoopt
8 Matt 20:23| gedoopt worde, zult gij gedoopt worden; maar het zitten
9 Mark 1:5 | en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan,
10 Mark 1:8 | 8 Ik heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal
11 Mark 1:9 | Galilea, en werd van Johannes gedoopt in de Jordaan. ~
12 Mark 10:38| Ik drink, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt
13 Mark 10:38| gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word? ~
14 Mark 10:39| drinken, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt
15 Mark 10:39| gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word; ~
16 Mark 16:16| Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden;
17 Luk 3:7 | die uitkwamen, om van hem gedoopt te worden: Gij adderengebroedsels,
18 Luk 3:12 | kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden, en zeiden tot
19 Luk 3:21 | geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus ook gedoopt
20 Luk 3:21 | gedoopt werd, en Jezus ook gedoopt was, en bad, dat de hemel
21 Luk 7:29 | met den doop van Johannes gedoopt waren, rechtvaardigden God. ~
22 Luk 7:30 | verworpen, van hem niet gedoopt zijnde. ~
23 Luk 12:50 | Maar Ik moet met een doop gedoopt worden; en hoe worde Ik
24 Joha 3:23| zij kwamen daar, en werden gedoopt. ~
25 Hand 1:5 | zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze
26 Hand 2:38| een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus,
27 Hand 2:41| gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag
28 Hand 5:47| water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke den
29 Hand 5:48| hij beval, dat zij zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren.
30 Hand 6:16| water, maar gijlieden zult gedoopt worden met den Heiligen
31 Hand 10:15| 15 En als zij gedoopt was, en haar huis, bad zij
32 Hand 10:33| striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen. ~
33 Hand 12:8 | horende, geloofden, en werden gedoopt. ~
34 Hand 13:3 | hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In den doop
35 Hand 13:4 | zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende
36 Hand 13:5 | En die hem hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere
37 Rom 6:3 | als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt
38 Rom 6:3 | gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn? ~
39 1Kor 1:13| zijt gij in Paulus' naam gedoopt? ~
40 1Kor 1:14| dat ik niemand van ulieden gedoopt heb, dan Krispus en Gajus; ~
41 1Kor 1:15| zegge, dat ik in mijn naam gedoopt heb. ~
42 1Kor 1:16| het huisgezin van Stefanus gedoopt; voorts weet ik niet, of
43 1Kor 1:16| niet, of ik iemand anders gedoopt heb. ~
44 1Kor 10:2 | 2 En allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de
45 1Kor 12:13| een Geest tot een lichaam gedoopt; hetzij Joden, hetzij Grieken,
46 1Kor 15:29| doen, die voor de doden gedoopt worden, indien de doden
47 1Kor 15:29| worden zij voor de doden ook gedoopt? ~
48 Gal 3:27 | zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus
|