Book Chapter: Verse
1 Gen 45:27 | eten, en des avonds zal hij buit uitdelen. ~
2 Exo 15:9 | achterhalen, ik zal den buit delen, mijn ziel zal van
3 Num 31:11 | namen al den roof, en al den buit, van mensen en van beesten. ~
4 Num 31:12 | zij de gevangenen, en den buit, en den roof, tot Mozes
5 Num 31:26 | 26 Neem op de som van den buit der gevangenen van mensen
6 Num 31:27 | 27 En deel den buit in twee helften tussen degenen,
7 Num 31:32 | 32 De buit nu, het overschot van den
8 Deu 20:14 | de stad zijn zal, al haar buit zult gij voor u roven; en
9 Deu 20:14 | roven; en gij zult eten den buit uwer vijanden, dien u de
10 Joz 8:27 | zichzelven het vee en den buit derzelver stad, naar het
11 Ric 4:54 | 30 Zouden zij dan de buit niet vinden en delen? een
12 Ric 4:54 | iegelijken man? Voor Sisera, een buit van verscheidene verven,
13 Ric 4:54 | verscheidene verven, een buit van verscheidene verven,
14 1Sa 14:30 | mogen vrijelijk eten van den buit zijner vijanden, dien het
15 1Sa 14:32 | maakte zich het volk aan den buit, en zij namen schapen, en
16 1Sa 30:16 | dansende, om al den groten buit, dien zij genomen hadden
17 1Sa 30:19 | en dochteren; en van den buit, ook tot alles, wat zij
18 1Sa 30:20 | en zeiden: Dit is Davids buit. ~
19 1Sa 30:22 | zullen wij hun van den buit, dien wij gered hebben,
20 1Sa 30:26 | zijn vrienden, van den buit, zeggende: Ziet, daar is
21 1Sa 30:26 | zegen voor ulieden, van den buit der vijanden des HEEREN. ~
22 2Kon 3:23| verslagen; nu dan aan den buit, gij Moabieten! ~
23 1Kro 27:27| Van de krijgen en van den buit hadden zij het geheiligd,
24 2Kro 21:25| zijn volk kwamen, om hun buit te roven, en zij vonden
25 2Kro 21:25| konden; en zij roofden den buit drie dagen, want dies was
26 Est 16:13 | maand Adar), en dat men hun buit zou roven. ~
27 Est 17:13 | maand Adar), en dat men hun buit zou roven. ~
28 Est 49:4 | kinderen en de vrouwen, en hun buit te roven; ~
29 Psa 119:162| als een, die een groten buit vindt. ~
30 Jes 8:1 | is hij spoedig tot den buit! ~
31 Jes 8:4 | rijkdom van Damaskus, en den buit van Samaria dragen voor
32 Jes 9:2 | verheugd is, wanneer men de buit uitdeelt. ~
33 Jes 10:2 | roven, opdat de weduwen hun buit worden, en opdat zij de
34 Jes 33:4 | 4 Dan zal ulieder buit verzameld worden, gelijk
35 Jes 33:23 | roof van een overvloedigen buit uitgedeeld worden,
36 Jer 21:9 | zijn ziel zal hem tot een buit zijn. ~
37 Jer 38:2 | zal zijn ziel tot een buit hebben, en zal leven. ~
38 Jer 39:18 | gij zult uw ziel tot een buit hebben, omdat gij op Mij
39 Jer 45:5 | Ik zal u uw ziel tot een buit geven, in alle plaatsen,
40 Jer 49:32 | menigte van hun vee zal ten buit zijn; en Ik zal hen verstrooien
41 Eze 7:21 | goddelozen der aarde ten buit, en zij zullen het ontheiligen. ~
42 Eze 25:7 | uitstrekken, en u den heidenen ten buit geven, en zal u uit de volken
43 Eze 29:19 | geven; en hij zal deszelfs buit buiten, en deszelfs roof
44 Eze 38:12 | 12 Om buit te buiten, en om roof te
45 Eze 38:13 | tot u zeggen: Komt gij, om buit te buiten? hebt gij uw vergadering
46 Eze 38:13 | te nemen, om een groten buit te buiten? ~
47 Dan 11:24 | gedaan hebben; roof, en buit, en goederen, zal hij
48 Heb 7:4 | tienden gegeven heeft uit den buit. ~
|