Book Chapter: Verse
1 2Kon 20:18| schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier. ~
2 2Kon 20:37| schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot Hizkia,
3 1Kro 6:39| 39 En zijn broeder Asaf stond aan zijn rechter zijde;
4 1Kro 6:39| aan zijn rechter zijde; Asaf was de zoon van Berechja,
5 1Kro 9:15| van Zichri, den zoon van Asaf; ~
6 1Kro 15:17| Joel, en uit zijn broederen Asaf, den zoon van Berechja;
7 1Kro 15:19| 19 De zangers nu, Heman, Asaf en Ethan, lieten zich horen
8 1Kro 16:5 | 5 Asaf was het hoofd, en Zecharja
9 1Kro 16:5 | luiten en met harpen; en Asaf liet zich horen met cimbalen; ~
10 1Kro 16:7 | loven, door den dienst van Asaf, en zijn broederen. ~
11 1Kro 16:37| des verbonds des HEEREN, Asaf en zijn broederen, om geduriglijk
12 1Kro 26:1 | dienst, van de kinderen van Asaf, en van Heman, en van Jeduthun,
13 1Kro 26:2 | 2 Van de kinderen van Asaf waren Zakkur, en Jozef,
14 1Kro 26:2 | en Asarela, kinderen van Asaf; aan de hand van Asaf, die
15 1Kro 26:2 | van Asaf; aan de hand van Asaf, die aan des konings handen
16 1Kro 26:6 | handen van den koning, van Asaf, Jeduthun, en van Heman. ~
17 1Kro 26:9 | eerste lot nu ging uit voor Asaf, namelijk voor Jozef. Het
18 1Kro 27:1 | Kore, van de kinderen van Asaf. ~
19 2Kro 5:12| waren van hen allen, van Asaf, van Heman, van Jeduthun,
20 2Kro 6:12| waren van hen allen, van Asaf, van Heman, van Jeduthun,
21 2Kro 21:14| Leviet, uit de zonen van Asaf; ~
22 2Kro 29:13| en van de kinderen van Asaf, Zecharja en Mattanja; ~
23 2Kro 29:30| woorden van David en van Asaf, den ziener; en zij loofden
24 2Kro 35:15| de zangers, de zonen van Asaf, waren in hun standplaats,
25 2Kro 35:15| het gebod van David, en Asaf, en Heman, en Jeduthun,
26 2Kro 36:15| de zangers, de zonen van Asaf, waren in hun standplaats,
27 2Kro 36:15| het gebod van David, en Asaf, en Heman, en Jeduthun,
28 Ezra 2:41| zangers. De kinderen van Asaf honderd acht en twintig. ~
29 Neh 2:8 | 8 Ook een brief aan Asaf, den bewaarder van den lusthof,
30 Neh 7:44 | zangers: de kinderen van Asaf, honderd acht en veertig; ~
31 Neh 11:17 | van Zabdi, den zoon van Asaf, was het hoofd, die de dankzegging
32 Neh 11:22 | Micha; van de kinderen van Asaf waren de zangers tegenover
33 Neh 12:35 | van Zakkur, den zoon van Asaf; ~
34 Neh 12:46 | in de dagen van David en Asaf, van ouds, waren er hoofden
35 Psa 50:1 | 1 Een psalm van Asaf. De God der goden, de HEERE
36 Psa 73:1 | 1 Een psalm van Asaf. Immers is God Israel goed,
37 Psa 74:1 | 1 Een onderwijzing, voor Asaf. O God! waarom verstoot
38 Psa 75:1 | een psalm, een lied, voor Asaf. ~
39 Psa 76:1 | Een psalm, een lied van Asaf, voor den opperzangmeester,
40 Psa 77:1 | 1 Een psalm van Asaf, voor den opperzangmeester,
41 Psa 78:1 | 1 Een onderwijzing van Asaf. O mijn volk! neem mijn
42 Psa 79:1 | 1 Een psalm van Asaf. O God! Heidenen zijn gekomen
43 Psa 80:1 | getuigenis, een psalm van Asaf. ~
44 Psa 81:1 | de Gittith, een psalm van Asaf. ~
45 Psa 82:1 | 1Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering
46 Psa 83:1 | Een lied, een psalm van Asaf. ~
47 Jes 36:3 | schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier. ~
48 Jes 36:22 | schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot Hizkia
|