Book Chapter: Verse
1 Gen 45:10 | schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen
2 Exo 8:11 | knechten, en van uw volk wijken; zij zullen alleen in de
3 Num 22:26 | waar geen weg was om te wijken ter rechterhand noch ter
4 Deu 4:9 | dat zij niet van uw hart wijken, al de dagen uws levens;
5 Ric 15:17 | zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden,
6 Ric 18:11 | deze stad der Jebusieten wijken, en daarin vernachten. ~
7 Ric 18:12 | Wij zullen herwaarts niet wijken tot een vreemde stad, die
8 Ric 19:8 | ieder naar zijn tent, noch wijken, een ieder naar zijn huis. ~
9 2Sa 2:23 | Maar hij weigerde af te wijken. Zo sloeg hem Abner met
10 2Sa 7:15 | goedertierenheid zal van hem niet wijken, gelijk als Ik die weggenomen
11 2Kro 33:8 | van Israel niet meer doen wijken van het land, dat Ik uw
12 2Kro 35:15| poort; zij behoefden niet te wijken van hun dienst, overmits
13 2Kro 36:15| poort; zij behoefden niet te wijken van hun dienst, overmits
14 Job 15:30 | scheut verdrogen; hij zal wijken door het geblaas zijns monds. ~
15 Job 24:4 | Zij doen de nooddruftigen wijken van den weg; te zamen versteken
16 Job 28:28 | wijsheid, en van het kwade te wijken is het verstand. ~ ~ ~ ~
17 Psa 101:4 | verkeerde hart zal van mij wijken; den boze zal ik niet kennen. ~
18 Psa 119:150| najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet. ~
19 Psa 132:11 | gezworen, waarvan Hij niet wijken zal, zeggende: Van de vrucht
20 Spre 4:21| 21 Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in
21 Spre 7:25| hart tot haar wegen niet wijken, dwaalt niet op haar paden. ~
22 Spre 13:14| springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods. ~
23 Spre 13:19| gruwel van het kwade af te wijken. ~
24 Spre 14:27| springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods. ~
25 Spre 16:17| oprechten is van het kwaad af te wijken; hij behoedt zijn ziel,
26 Spre 17:13| kwaad zal van zijn huis niet wijken. ~
27 Pred 11:10| Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het
28 Hoo 3:2 | in de stad omgaan, in de wijken en in de straten; ik zal
29 Jes 15:3 | 3 Op hun wijken hebben zij zakken aangegord;
30 Jes 54:10 | Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen; maar
31 Jes 54:10 | goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes
32 Jes 60:13 | HEERE, en het achterwaarts wijken van onzen God; het spreken
33 Jes 60:21 | zullen van uw mond niet wijken, noch van den mond
34 Jer 5:1 | 1 Gaat om door de wijken van Jeruzalem, en ziet nu
35 Jer 9:21 | kinderkens uit te roeien van de wijken, de jongelingen van de straten. ~
36 Jer 31:36 | voor Mijn aangezicht zullen wijken, spreekt de HEERE, zo zal
37 Eze 24:14 | doen; Ik zal er niet van wijken, en Ik zal niet verschonen
38 Dan 9:5 | gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden, en van Uw
39 Dan 9:11 | wet overtreden, met af te wijken, dat zij Uwer stem niet
40 Amos 5:16| rouwklage zijn, en in alle wijken zullen zij zeggen: Och!
41 Nah 2:4 | De wagens razen door de wijken, zij lopen ginds en weder
42 Zac 14:4 | ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de
43 Luk 8:13 | den tijd der verzoeking wijken zij af. ~
44 Luk 14:21 | haastelijk uit in de straten en wijken der stad, en breng de armen,
45 2Kor 11:3 | bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die
46 2Kor 12:8 | gebeden, opdat hij van mij zou wijken. ~
47 Heb 3:12 | ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God; ~
|