Book Chapter: Verse
1 Exo 34:47 | begeren, terwijl gij henen opgaan zult, om te verschijnen
2 Deu 17:8 | zo zult gij u opmaken, en opgaan naar de plaats, die de HEERE,
3 Deu 25:7 | zal zijn broeders vrouw opgaan naar de poort tot de oudsten,
4 Joz 6:15 | vroeg opmaakten, met het opgaan des dageraads, en zij gingen
5 Joz 15:6 | 6 En deze landpale zal opgaan tot Beth-hogla, en zal doorgaan
6 Joz 15:6 | Beth-araba; en deze landpale zal opgaan tot den steen van Bohan,
7 Joz 15:7 | Verder zal deze landpale opgaan naar Debir, van het dal
8 Joz 15:8 | 8 En deze landpale zal opgaan door het dal van den zoon
9 Ric 19:38 | van de stad zouden doen opgaan. ~
10 1Kon 12:27| 27 Zo dit volk opgaan zal om offeranden te doen
11 2Kon 22:5 | den derden dag zult gij opgaan in het huis des HEEREN; ~
12 2Kon 22:8 | dag in des HEEREN huis zal opgaan? ~
13 1Kro 22:18| zeggen zou, dat David zou opgaan, om den HEERE een altaar
14 Neh 4:21 | hielden de spiesen, van het opgaan des dageraads tot het voortkomen
15 Neh 12:31 | deed ik de vorsten van Juda opgaan op den muur; en ik stelde
16 Psa 122:4 | 4Waarheen de stammen opgaan, de stammen des HEEREN,
17 Jes 2:3 | en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN,
18 Jes 5:6 | en doornen zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken gebieden,
19 Jes 13:10 | worden, wanneer zij zal opgaan, en de maan zal haar licht
20 Jes 32:13 | zal de doorn en de distel opgaan; ja, op alle vreugdehuizen,
21 Jes 34:3 | dode lichamen zal hun stank opgaan; en de bergen zullen smelten
22 Jes 34:10 | eeuwigheid zal zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht
23 Jes 34:13 | paleizen zullen doornen opgaan, netelen en distelen in
24 Jes 38:22 | ten huize des HEEREN zal opgaan? ~ ~
25 Jes 55:13 | doorn zal een denneboom opgaan, voor een distel zal een
26 Jes 55:13 | distel zal een mirteboom opgaan; en het zal den HEERE wezen
27 Jes 56:13 | doorn zal een denneboom opgaan, voor een distel zal een
28 Jes 56:13 | distel zal een mirteboom opgaan; en het zal den HEERE wezen
29 Jes 59:10 | uw licht in de duisternis opgaan, en uw donkerheid zal zijn
30 Jes 61:2 | doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal
31 Jer 31:6 | ulieden op, en laat ons opgaan naar Sion, tot den HEERE,
32 Jer 48:5 | Luhith zal geween bij geween opgaan, want in den afgang van
33 Eze 24:8 | Opdat Ik de grimmigheid doe opgaan om wraak te oefenen, heb
34 Eze 47:12 | van deze en van gene zijde opgaan allerlei spijsgeboomte,
35 Joe 2:20 | zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal
36 Joe 2:20 | en zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen
37 Amos 4:10| heirlegeren zelfs in uw neus doen opgaan; nochtans hebt gij u niet
38 Jona 4:7 | des anderen daags in het opgaan van den dageraad; die stak
39 Mic 4:2 | zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg des HEEREN,
40 Zac 14:13 | tegen de hand zijns naasten opgaan. ~
41 Mal 4:2 | de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn
42 Matt 5:45| want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en
43 Luk 12:54 | Wanneer gij een wolk ziet opgaan van het westen, terstond
44 Hand 9:2 | anderen uit hen, zouden opgaan tot de apostelen en ouderlingen
45 Hand 15:4 | Geest, dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem. ~
46 Hand 15:12| waren, dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem. ~
47 Hand 19:9 | Wilt gij naar Jeruzalem opgaan, en aldaar voor mij over
|