Book Chapter: Verse
1 Gen 28:13 | ben die God van Beth-El, alwaar gij het opgerichte teken
2 Gen 32:15 | noemde den naam dier plaats, alwaar God met hem gesproken had,
3 Exo 20:21 | naderde tot de donkerheid, alwaar God was. ~
4 Lev 6:9 | aan den morgen opvaart; alwaar het vuur des altaars zal
5 Deu 12:2 | vernielen al de plaatsen, alwaar de volken, die gij zult
6 Deu 18:6 | poorten, uit gans Israel, alwaar hij woont, en hij komt naar
7 Joz 10:27 | wierpen hen in de spelonk, alwaar zij verborgen geweest waren;
8 Ric 4:51 | kromde hij zich; hij viel; alwaar hij zich kromde, daar lag
9 Ric 17:10 | hand gegeven; een plaats, alwaar geen gebrek is van enig
10 2Sa 2:23 | die tot de plaats kwamen, alwaar Asahel gevallen en gestorven
11 2Sa 21:12 | van de straat Beth-San, alwaar de Filistijnen ze hadden
12 1Kon 7:7 | voorhuis voor den troon, alwaar hij richtte, tot een voorhuis
13 1Kon 7:8 | 8 En aan zijn huis, alwaar hij woonde, was een ander
14 2Kon 25:7 | het huis des HEEREN waren, alwaar de vrouwen huisjes voor
15 2Kon 25:8 | verontreinigde de hoogten, alwaar die priesters gerookt hadden,
16 2Kro 11:2 | dezelve nu was in Egypte, alwaar hij van het aangezicht van
17 Neh 13:5 | een grote kamer gemaakt, alwaar zij te voren henenleiden
18 Psa 81:6 | uitgetogen was tegen Egypteland; alwaar ik gehoord heb een spraak,
19 Psa 104:17 | 17 Alwaar de vogeltjes nestelen; des
20 Jes 7:23 | geschieden, dat iedere plaats, alwaar duizend wijnstokken geweest
21 Jes 30:32 | 32 En alwaar die gegrondveste staf doorgegaan
22 Jer 7:12 | plaats, die te Silo was, alwaar Ik Mijn Naam in het eerst
23 Jer 13:7 | den gordel van de plaats, alwaar ik dien verstoken had; en
24 Jer 35:7 | leeft in het land, alwaar gij als vreemdeling verkeert. ~
25 Jer 42:14 | zullen gaan in Egypteland, alwaar wij geen krijg zullen zien,
26 Jer 44:8 | in het land van Egypte, alwaar gij gekomen zijt, om daar
27 Eze 6:13 | dichte eiken, de plaats, alwaar zij al hun drekgoden liefelijken
28 Eze 8:3 | dewelke ziet naar het noorden, alwaar de zitplaats was van een
29 Eze 43:7 | der zolen Mijner voeten, alwaar Ik wonen zal in het midden
30 Eze 46:20 | tot mij: Dit is de plaats, alwaar de priesters het schuldoffer
31 Eze 46:24 | mij: Dit zijn de keukens, alwaar de dienaars des huizes het
32 Nah 2:11 | weide der jonge leeuwen? Alwaar de leeuw, de oude leeuw,
33 Matt 24:28| 28 Want alwaar het dode lichaam zal zijn,
34 Matt 26:13| 13 Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt
35 Matt 26:57| Kajafas, den hogepriester, alwaar de Schriftgeleerden en ouderlingen
36 Mark 14:9 | 9 Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt
37 Joha 19:18| 18 Alwaar zij Hem kruisten, en met
38 Joha 21:18| gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer
39 Hand 6:42| die toegenaamd was Markus, alwaar velen samenvergaderd en
40 Hand 11:1 | kwamen zij te Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was. ~
41 Hand 14:6 | dagen bij hen te Troas, alwaar wij ons zeven dagen onthielden. ~
42 Hand 22:14| 14 Alwaar wij broeders vonden, en
43 Heb 3:9 | 9 Alwaar Mij uw vaders verzocht hebben;
44 Open 11:8 | wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist
45 Open 12:6 | vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar
46 Open 12:14| woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd,
47 Open 20:10| poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest en de valse profeet
|