Book Chapter: Verse
1 Gen 3:24 | een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te
2 Gen 31:26 | dood met de scherpte des zwaards; en zij namen Dina uit Sichems
3 Exo 17:13 | krenkte, door de scherpte des zwaards. ~
4 Num 21:24 | hem met de scherpte des zwaards, en nam zijn land in erfelijke
5 Deu 13:15 | slaan met de scherpte des zwaards, verbannende haar, en alles,
6 Deu 13:15 | beesten, met de scherpte des zwaards. ~
7 Deu 20:13 | slaan met de scherpte des zwaards; ~
8 Joz 6:21 | ezel, door de scherpte des zwaards. ~
9 Joz 8:24 | allen door de scherpte des zwaards gevallen waren, totdat zij
10 Joz 8:24 | sloegen ze met de scherpte des zwaards. ~
11 Joz 10:28 | haar met de scherpte des zwaards; daartoe verbande hij derzelver
12 Joz 10:30 | haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin
13 Joz 10:32 | haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin
14 Joz 10:35 | haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin
15 Joz 10:37 | haar met de scherpte des zwaards, zo haar koning als al haar
16 Joz 10:39 | haar met de scherpte des zwaards, en verbanden alle ziel,
17 Joz 11:11 | was, met de scherpte des zwaards, die verbannende; er bleef
18 Joz 11:12 | hen met de scherpte des zwaards, hen verbannende, gelijk
19 Joz 11:14 | mensen met de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden;
20 Joz 19:47 | haar met de scherpte des zwaards, en erfden haar, en woonden
21 Ric 1:8 | en met de scherpte des zwaards geslagen; en zij hadden
22 Ric 1:25 | stad met de scherpte des zwaards; maar dien man en zijn ganse
23 Ric 4:15 | heirleger, door de scherpte de zwaards, voor het aangezicht van
24 Ric 4:16 | viel door de scherpte des zwaards, dat er niet overbleef tot
25 Ric 17:27 | hen met de scherpte des zwaards, en de stad verbrandden
26 Ric 19:37 | stad met de scherpte des zwaards. ~
27 Ric 19:48 | hen met de scherpte des zwaards, die van de gehele stad
28 Ric 20:10 | slaat met de scherpte des zwaards de inwoners van Jabes in
29 1Sa 15:8 | hij door de scherpte des zwaards. ~
30 1Sa 22:19 | priesters, met de scherpte des zwaards, van den man tot de vrouw,
31 1Sa 22:19 | hij met de scherpte des zwaards. ~
32 2Sa 15:14 | sla met de scherpte des zwaards. ~
33 Est 50:5 | vijanden, met den slag des zwaards, en der doding, en der verderving;
34 Job 1:15 | jongeren met de scherpte des zwaards; en ik ben maar alleen ontkomen,
35 Job 1:17 | jongeren met de scherpte des zwaards; en ik ben maar alleen ontkomen,
36 Job 5:20 | oorlog van het geweld des zwaards. ~
37 Job 19:29 | is over de misdaden des zwaards; opdat gij weet, dat er
38 Psa 63:11 | storten door het geweld des zwaards; zij zullen de vossen ten
39 Psa 89:44 | hebt ook de scherpte zijns zwaards omgekeerd, en hebt hem niet
40 Jer 18:21 | wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van
41 Jer 21:7 | met de scherpte des zwaards; hij zal ze niet sparen,
42 Eze 21:15 | Ik heb de punt des zwaards gezet tegen al hun poorten,
43 Eze 35:5 | wegvloeien door het geweld des zwaards, ten tijde huns verderfs,
44 Luk 21:24 | vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd
45 Heb 11:34 | uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn ontvloden, uit zwakheid
46 Open 13:14| het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een
|