Book Chapter: Verse
1 Gen 3:10 | Uw stem in den hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom
2 Gen 17:15 | niet gelachen; want zij vreesde. En Hij zeide: Neen! maar
3 Gen 18:30 | dochters met hem; want hij vreesde binnen Zoar te wonen. En
4 Gen 24:7 | is mijn zuster; want hij vreesde te zeggen, mijn huisvrouw;
5 Gen 26:17 | 17 En hij vreesde, en zeide: Hoe vreselijk
6 Gen 28:31 | zeide tot Laban: Omdat ik vreesde; want ik zeide: Opdat gij
7 Gen 29:7 | 7 Toen vreesde Jakob zeer, en hem was bange;
8 Exo 2:14 | Egyptenaar gedood hebt? Toen vreesde Mozes, en zeide: Voorwaar,
9 Exo 3:6 | zijn aangezicht, want hij vreesde God aan te zien. ~
10 Exo 9:20 | knechten des HEEREN woord vreesde, die deed zijn knechten
11 Exo 14:31 | bewezen had; en het volk vreesde den HEERE, en geloofde in
12 Num 22:3 | 3 Zo vreesde Moab zeer voor het aangezicht
13 Deu 9:19 | 19 Want ik vreesde vanwege den toorn en de
14 Deu 25:18 | moede en mat waart; en hij vreesde God niet. ~
15 Ric 5:27 | en de mannen van die stad vreesde, van het te doen bij dag,
16 Ric 7:20 | zwaard niet uit, want hij vreesde, dewijl hij nog een jongeling
17 1Sa 3:15 | HEEREN open; doch Samuel vreesde dit gezicht aan Eli te kennen
18 1Sa 12:18 | regen te dien dage; daarom vreesde al het volk zeer den HEERE
19 1Sa 14:26 | zijn mond, want het volk vreesde de bezwering. ~
20 1Sa 18:12 | 12 En Saul vreesde voor David, want de HEERE
21 1Sa 18:15 | voorzichtiglijk gedroeg, vreesde hij voor zijn aangezicht. ~
22 1Sa 18:29 | 29 Toen vreesde zich Saul nog meer voor
23 1Sa 28:5 | der Filistijnen zag, zo vreesde hij, en zijn hart beefde
24 1Sa 28:20 | lang als hij was, en hij vreesde zeer vanwege de woorden
25 1Sa 31:3 | troffen hem aan, en hij vreesde zeer voor de schutters. ~
26 1Sa 31:4 | wapendrager wilde niet, want hij vreesde zeer. Toen nam Saul het
27 2Sa 3:11 | antwoorden, omdat hij hem vreesde. ~
28 2Sa 6:9 | 9 En David vreesde den HEERE ten zelven dage;
29 1Kon 1:50| 50 Doch Adonia vreesde voor Salomo, en hij stond
30 1Kon 3:28| koning geoordeeld had, en vreesde voor het aangezicht des
31 1Kro 10:3 | troffen hem aan; en hij vreesde zeer voor de schutters. ~
32 1Kro 10:4 | wapendrager wilde niet, want hij vreesde zeer. Toen nam Saul het
33 1Kro 13:12| 12 En David vreesde den HEERE te dien dage,
34 2Kro 21:3 | 3 Josafat nu vreesde, en stelde zijn aangezicht,
35 Neh 2:2 | treurigheid des harten. Toen vreesde ik gans zeer. ~
36 Job 3:25 | 25 Want ik vreesde een vreze, en zij is mij
37 Psa 76:9 | uit den hemel; de aarde vreesde en werd stil, ~
38 Jer 3:8 | haar zuster Juda, niet vreesde, maar ging henen, en hoereerde
39 Jer 26:19 | gans Juda hem ooit gedood? Vreesde hij niet den HEERE, en smeekte
40 Jer 26:21 | als Uria dat hoorde, zo vreesde hij, en vluchtte, en
41 Mal 2:5 | die tot een vreze; en hij vreesde Mij, en hij werd om Mijns
42 Matt 2:22| van zijn vader Herodes, vreesde hij daarheen te gaan; maar
43 Matt 14:5 | 5 En willende hem doden, vreesde hij het volk, omdat zij
44 Mark 6:20| 20 Want Herodes vreesde Johannes, wetende, dat hij
45 Luk 18:2 | in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag. ~
46 Luk 19:21 | 21 Want ik vreesde u, omdat gij een straf mens
|