Book Chapter: Verse
1 Deu 30:2 | 2 En gij zult u bekeren tot den HEERE, uw God, en
2 Deu 30:8 | 8 Gij dan zult u bekeren, en der stemme des HEEREN
3 Deu 30:10 | zijn; wanneer gij u zult bekeren tot den HEERE, uw God, met
4 1Kon 8:33| zullen hebben, en zich tot U bekeren, en Uw Naam belijden, en
5 1Kon 8:35| en van hun zonden zich bekeren zullen, als Gij hen geplaagd
6 1Kon 8:47| brengen zullen, dat zij zich bekeren, en tot U smeken in het
7 1Kon 8:48| 48 En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart, en
8 2Kro 7:24| gezondigd zullen hebben, en zich bekeren, en Uw Naam belijden, en
9 2Kro 7:26| en van hun zonden zich bekeren zullen, als Gij hen geplaagd
10 2Kro 7:37| brengen zullen, dat zij zich bekeren, en tot U smeken in het
11 2Kro 7:38| 38 En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart en met
12 2Kro 8:14| aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal
13 Neh 1:9 | 9 En gij zult u tot Mij bekeren, en Mijn geboden houden,
14 Job 36:10 | zich van de ongerechtigheid bekeren zouden. ~
15 Psa 22:28 | gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der
16 Psa 51:15 | zondaars zullen zich tot U bekeren. ~
17 Jes 19:22 | zullen zich tot den HEERE bekeren, en Hij zal Zich van hen
18 Jes 60:20 | namelijk voor hen, die zich bekeren van de overtreding in Jakob,
19 Jer 4:1 | 1 Zo gij u bekeren zult, Israel! spreekt de
20 Jer 5:3 | hebben geweigerd zich te bekeren. ~
21 Jer 23:14 | boosdoeners, opdat zij zich niet bekeren, een iegelijk van zijn
22 Jer 24:7 | met hun ganse hart bekeren. ~
23 Jer 26:3 | zullen zij horen, en zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen
24 Jer 36:3 | te doen; opdat zij zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen
25 Jer 36:7 | nedervallen, en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen
26 Jer 44:5 | zich van hun boosheid te bekeren, dat zij anderen goden niet
27 Hos 3:5 | zich de kinderen Israels bekeren, en zoeken den HEERE, hun
28 Hos 5:4 | om zich tot hun God te bekeren; want de geest der hoererijen
29 Hos 7:10 | getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot den HEERE, hun God,
30 Hos 11:5 | omdat zij zich weigerden te bekeren. ~
31 Jona 3:8 | roepen; en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen
32 Mic 5:2 | overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israels. ~
33 Matt 13:15| het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze. ~
34 Mark 4:12| zich niet te eniger tijd, bekeren en hun de zonden vergeven
35 Mark 6:12| zij, dat zij zich zouden bekeren. ~
36 Luk 1:16 | velen der kinderen Israels bekeren tot den Heere, hun God. ~
37 Luk 1:17 | kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot
38 Luk 16:30 | heenging, zij zouden zich bekeren. ~
39 Hand 8:15| zoudt van deze ijdele dingen bekeren tot den levenden God, Die
40 Hand 9:19| de heidenen zich tot God bekeren, niet beroere; ~
41 Hand 11:30| mensen alom, dat zij zich bekeren. ~
42 Hand 20:18| ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het
43 Hand 20:20| zouden beteren, en tot God bekeren, werken doende der bekering
44 Hand 22:27| hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze. ~
45 Open 2:21| gegeven, opdat zij zich zou bekeren van haar hoererij, en zij
46 Open 2:22| verdrukking, zo zij zich niet bekeren van hun werken. ~
|