Book Chapter: Verse
1 Gen 13:4 | 4 Tot de plaats des altaars, dat hij in het eerst daar
2 Exo 27:5 | het onder den omloop des altaars van beneden opleggen, alzo
3 Exo 27:5 | het net tot het midden des altaars zij. ~
4 Exo 27:7 | zijn aan beide zijden des altaars, als men het draagt. ~
5 Exo 29:12 | vinger op de hoornen des altaars doen; en al het bloed zult
6 Exo 29:12 | uitgieten aan den bodem des altaars. ~
7 Exo 38:3 | ook al het gereedschap des altaars, de potten, en de schoffelen,
8 Exo 38:7 | ringen, aan de zijden des altaars, dat men het met dezelve
9 Exo 38:30 | en al het gereedschap des altaars. ~
10 Lev 1:15 | bloed zal aan den wand des altaars uitgeduwd worden. ~
11 Lev 6:9 | opvaart; alwaar het vuur des altaars zal brandende gehouden worden. ~
12 Lev 8:15 | rondom op de hoornen des altaars, en ontzondigde het altaar;
13 Lev 8:15 | bloed uit aan den bodem des altaars, en heiligde het, om voor
14 Lev 9:9 | deed het op de hoornen des altaars; daarna goot hij het bloed
15 Lev 9:9 | bloed uit aan den bodem des altaars. ~
16 Lev 16:18 | rondom op de hoornen des altaars. ~
17 Num 4:14 | al het gereedschap des altaars; en zij zullen daarover
18 Num 7:10 | offerden ter inwijding des altaars, op den dag als hetzelve
19 Num 7:11 | offeren, ter inwijding des altaars. ~
20 Num 7:84 | Dit was de inwijding des altaars van de oversten van Israel,
21 Num 7:88 | Dit is de inwijding des altaars, nadat hetzelve gezalfd
22 Num 18:18 | heiligdoms, en de wacht des altaars; opdat er geen verbolgenheid
23 Num 18:20 | waarnemen in alle zaken des altaars, en in hetgeen van binnen
24 Num 19:5 | heiligdoms, en de wacht des altaars; opdat er geen verbolgenheid
25 Num 19:7 | waarnemen in alle zaken des altaars, en in hetgeen van binnen
26 Ric 12:20 | HEEREN op in de vlam des altaars. Als Manoach en zijn huisvrouw
27 1Kon 1:50| en vatte de hoornen des altaars. ~
28 1Kon 1:51| hij heeft de hoornen des altaars gevat, zeggende: Dat de
29 1Kon 2:28| en vatte de hoornen des altaars. ~
30 2Kon 17:14| zette het aan de zijde zijns altaars noordwaarts. ~
31 2Kon 18:14| zette het aan de zijde zijns altaars noordwaarts. ~
32 2Kro 5:12| stonden tegen het oosten des altaars, en met hen tot honderd
33 2Kro 6:12| stonden tegen het oosten des altaars, en met hen tot honderd
34 2Kro 8:9 | hielden de inwijding des altaars zeven dagen, en het feest
35 Eze 40:46 | priesteren, die de wacht des altaars waarnemen; dat zijn de kinderen
36 Eze 41:22 | De hoogte des houten altaars was drie ellen, en zijn
37 Eze 43:13 | En dit zijn de maten des altaars, naar de ellen, zijnde de
38 Eze 43:13 | en dit is de rug des altaars. ~
39 Eze 43:18 | zijn de ordinantien des altaars, ten dage als men het zal
40 Eze 45:19 | hoeken van het afzetsel des altaars, en aan de posten der poorten
41 Eze 47:1 | huizes, van het zuiden des altaars. ~
42 Joe 1:13 | huilt, gij dienaars des altaars! gaat in, vernacht in zakken,
43 Amos 3:14| Beth-El; en de hoornen des altaars zullen worden afgehouwen,
44 Zac 9:15 | bekken, gelijk de hoeken des altaars. ~
45 Open 8:5 | vulde dat met het vuur des altaars, en wierp het op de aarde;
46 Open 9:13| vier hoornen des gouden altaars, dat voor God was, ~
|