Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ure 98
uren 2
uri 8
uria 45
uriel 4
urim 7
usal 1
Frequency    [«  »]
45 richtte
45 schrijf
45 stel
45 uria
45 verkondigd
45 vertrouwt
45 verzamelen

Bijbel

IntraText - Concordances

uria

   Book Chapter: Verse
1 2Sa 11:3 | Eliam, de huisvrouw van Uria, den Hethiet? ~ 2 2Sa 11:6 | tot Joab, zeggende: Zend Uria, den Hethiet, tot mij. En 3 2Sa 11:6 | Hethiet, tot mij. En Joab zond Uria tot David. ~ 4 2Sa 11:7 | 7 Als nu Uria tot hem kwam, zo vraagde 5 2Sa 11:8 | 8 Daarna zeide David tot Uria: Ga af naar uw huis, en 6 2Sa 11:8 | en was uw voeten. En toen Uria uit des konings huis uitging, 7 2Sa 11:9 | 9 Maar Uria legde zich neder voor de 8 2Sa 11:10 | David te kennen, zeggende: Uria is niet afgegaan in zijn 9 2Sa 11:10 | huis. Toen zeide David tot Uria: Komt gij niet van de reis? 10 2Sa 11:11 | 11 En Uria zeide tot David: De ark, 11 2Sa 11:12 | 12 Toen zeide David tot Uria: Blijf ook heden hier, zo 12 2Sa 11:12 | morgen afzenden. Alzo bleef Uria te Jeruzalem, dien dag en 13 2Sa 11:14 | zond dien door de hand van Uria. ~ 14 2Sa 11:15 | dien brief, zeggende: Stel Uria vooraan tegenover den sterksten 15 2Sa 11:16 | stad gelet had, dat hij Uria stelde aan de plaats, waarvan 16 2Sa 11:17 | van Davids knechten, en Uria, de Hethiet, stierf ook. ~ 17 2Sa 11:21 | zult gij zeggen: Uw knecht, Uria, de Hethiet, is ook dood. ~ 18 2Sa 11:24 | gebleven zijn; en uw knecht, Uria, de Hethiet, is ook dood. ~ 19 2Sa 11:26 | Als nu de huisvrouw van Uria hoorde, dat haar man Uria 20 2Sa 11:26 | Uria hoorde, dat haar man Uria dood was, zo droeg zij leed 21 2Sa 12:9 | is in Zijn ogen? Gij hebt Uria, den Hethiet, met het zwaard 22 2Sa 12:10 | hebt, en de huisvrouw van Uria, den Hethiet, genomen hebt, 23 2Sa 12:15 | kind, dat de huisvrouw van Uria David gebaard had, dat het 24 2Sa 23:39 | 39 Uria, de Hethiet, zeven en dertig 25 1Kon 15:5 | dan alleen in de zaak van Uria, den Hethiet. ~ 26 2Kon 17:10| koning Achaz aan den priester Uria de gelijkenis van het altaar, 27 2Kon 17:11| 11 En Uria, de priester, bouwde een 28 2Kon 17:11| had; alzo deed de priester Uria, tegen dat de koning Achaz 29 2Kon 17:15| En de koning Achaz gebood Uria, den priester, zeggende: 30 2Kon 17:16| 16 En Uria, de priester, deed naar 31 2Kon 18:10| koning Achaz aan den priester Uria de gelijkenis van het altaar, 32 2Kon 18:11| 11 En Uria, de priester, bouwde een 33 2Kon 18:11| had; alzo deed de priester Uria, tegen dat de koning Achaz 34 2Kon 18:15| En de koning Achaz gebood Uria, den priester, zeggende: 35 2Kon 18:16| 16 En Uria, de priester, deed naar 36 1Kro 11:41| 41 Uria, de Hethiet; Zabad, de zoon 37 Ezra 8:33| van Meremoth, den zoon van Uria, den priester, en met hem 38 Neh 3:4 | verbeterde Meremoth, de zoon van Uria, den zoon van Koz; en aan 39 Neh 3:21 | verbeterde Meremoth, de zoon van Uria, den zoon van Koz, een ander 40 Neh 8:5 | Mattithja, en Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, 41 Jes 8:2 | ik mij getrouwe getuigen, Uria, den priester, en Zacharia, 42 Jer 26:20 | des HEEREN profeteerde, Uria, de zoon van Semaja, van 43 Jer 26:21 | koning hem te doden; als Uria dat hoorde, zo vreesde hij, 44 Jer 26:23 | 23      Die voerden Uria uit Egypte, en brachten 45 Matt 1:6 | Salomon bij degene, die Uria's vrouw was geweest; ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License