Book Chapter: Verse
1 Gen 32:20 | 20 En Jakob richtte een gedenkteken op boven
2 Exo 40:18 | 18 Want Mozes richtte den tabernakel op, en zette
3 Exo 40:18 | richelen daaraan, en hij richtte deszelfs pilaren op. ~
4 Exo 40:33 | 33 Hij richtte ook den voorhof op, rondom
5 Joz 4:9 | 9 Jozua richtte ook twaalf stenen op, midden
6 Joz 4:20 | 20 En Jozua richtte die twaalf stenen te Gilgal
7 Joz 25:26 | een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik,
8 Ric 3:10 | HEEREN was over hem, en hij richtte Israel, en toog uit ten
9 Ric 4:4 | huisvrouw van Lappidoth, deze richtte te dier tijd Israel. ~
10 Ric 9:2 | 2 En hij richtte Israel drie en twintig jaren;
11 Ric 9:3 | Jair, de Gileadiet; en hij richtte Israel twee en twintig jaren. ~
12 Ric 11:7 | 7 Jeftha nu richtte Israel zes jaren; en Jeftha,
13 Ric 11:8 | 8 En na hem richtte Israel Ebzan, van Bethlehem. ~
14 Ric 11:9 | voor zijn zonen; en hij richtte Israel zeven jaren. ~
15 Ric 11:11 | 11 En na hem richtte Israel Elon, de Zebuloniet,
16 Ric 11:11 | Elon, de Zebuloniet, en hij richtte Israel tien jaren. ~
17 Ric 11:13 | 13 En na hem richtte Israel Abdon, een zoon van
18 Ric 11:14 | zeventig ezelveulens; en hij richtte Israel acht jaren. ~
19 Ric 14:20 | 20 En hij richtte Israel, in de dagen der
20 1Sa 4:18 | was oud en zwaar; en hij richtte Israel veertig jaren. ~
21 1Sa 7:6 | den HEERE gezondigd. Alzo richtte Samuel de kinderen Israels
22 1Sa 7:15 | 15 Samuel nu richtte Israel al de dagen zijns
23 1Sa 7:16 | Gilgal, en Mizpa; en hij richtte Israel in al die plaatsen. ~
24 1Sa 7:17 | daar was zijn huis, en daar richtte hij Israel; en hij bouwde
25 1Kon 7:7 | voor den troon, alwaar hij richtte, tot een voorhuis des gerichts,
26 1Kon 7:21| 21 Daarna richtte hij de pilaren op in het
27 1Kon 16:32| 32 En hij richtte voor Baal een altaar op,
28 2Kon 23:3 | vader, verdorven had; en hij richtte Baal altaren op, en maakte
29 2Kro 3:17| 17 En hij richtte de pilaren op voor aan den
30 2Kro 8:11| en in zijn huis te maken, richtte hij voorspoedig uit. ~
31 2Kro 13:14| dewijl hij zijn hart niet richtte, om den HEERE te zoeken. ~
32 2Kro 27:6 | versterkte zich Jotham; want hij richtte zijn wegen voor het aangezicht
33 2Kro 33:3 | Jehizkia afgebroken had, en richtte den Baals altaren op, en
34 2Kro 33:16| 16 En hij richtte het altaar des HEEREN toe,
35 Neh 3:14 | Beth-Cherem; hij bouwde ze, en richtte haar deuren op, met haar
36 Neh 3:15 | ze, en overdekte ze, en richtte haar deuren op, met haar
37 Psa 78:8 | geslacht, dat zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw
38 Dan 3:1 | zijn breedte zes ellen; hij richtte het op in het dal Dura,
39 Mark 1:31| gaande, vatte haar hand, en richtte haar op; en terstond verliet
40 Mark 9:27| hem bij de hand grijpende, richtte hem op; en hij stond op. ~
41 Luk 5:29 | 29 En Levi richtte Hem een groten maaltijd
42 Luk 9:51 | opneming vervuld werden, zo richtte Hij Zijn aangezicht, om
43 Joha 8:7 | als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot
44 Hand 3:7 | grijpende bij de rechterhand richtte hij hem op, en terstond
45 Hand 5:26| 26 Maar Petrus richtte hem op, zeggende: Sta op,
|