Book Chapter: Verse
1 Gen 39:33 | jongere naar zijn jonkheid; dies verwonderden zich de mannen
2 Exo 15:2 | Hij is mijns vaders God, dies zal ik Hem verheffen! ~
3 Exo 16:20 | en het werd stinkende; dies werd Mozes zeer toornig
4 Lev 10:16 | ziet, hij was verbrand. Dies was hij op Eleazar en op
5 Joz 25:10 | wilde Bileam niet horen; dies zegende hij u gestadig,
6 2Sa 12:19 | dat het kind dood was. Dies zeide David tot zijn knechten:
7 2Sa 15:31 | Absalom hebben verbonden. Dies zeide David: O, HEERE! maak
8 2Sa 23:22 | Benaja, de zoon van Jojada; dies had hij een naam onder de
9 1Kro 11:24| Benaja, de zoon van Jojada; dies had hij een naam onder die
10 2Kro 21:25| den buit drie dagen, want dies was veel. ~
11 Psa 28:7 | vertrouwd, en ik ben geholpen; dies springt mijn hart van vreugde,
12 Psa 37:8 | goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder
13 Psa 60:8 | gesproken in Zijn heiligdom; dies zal ik van vreugde opspringen;
14 Psa 78:33 | 33 Dies deed Hij hun dagen vergaan
15 Psa 78:60 | 60 Dies verliet Hij den tabernakel
16 Psa 81:13 | 13 Dies heb Ik het overgegeven in
17 Psa 82:5 | wandelen steeds in duisternis; dies wankelen alle fondamenten
18 Psa 89:6 | 6 Dies loven de hemelen Uw wonderen,
19 Psa 106:23 | 23 Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen
20 Psa 106:26 | 26 Dies hief Hij tegen hen Zijn
21 Psa 106:40 | 40 Dies is de toorn des HEEREN ontstoken
22 Psa 106:46 | 46 Dies gaf Hij hun barmhartigheid
23 Psa 108:8 | gesproken in Zijn heiligdom, dies zal ik van vreugde opspringen;
24 Psa 116:2 | neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen
25 Psa 126:3 | grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd. ~
26 Pred 2:15| 15 Dies zeide ik in mijn hart: Gelijk
27 Pred 3:22| 22 Dies ik gezien heb, dat er niets
28 Pred 4:2 | 2 Dies prees ik de doden, die alrede
29 Jes 38:8 | achterwaarts doen keren. Dies is de zon tien graden
30 Jer 3:11 | 11 Dies de HEERE tot mij zeide:
31 Jer 16:18 | 18 Dies zal Ik eerst hun ongerechtigheid
32 Jer 20:9 | 9 Dies zeide ik: Ik zal Zijner
33 Jer 31:12 | 12 Dies zullen zij komen, en op
34 Jer 32:9 | 9 Dies kocht ik van Hanameel, mijns
35 Jer 32:23 | hun geboden hadt te doen; dies hebt Gij hun al dit kwaad
36 Jer 50:24 | heb u een strik gesteld, dies zijt gij ook gevangen, o
37 Eze 5:7 | HEERE alzo: Dewijl gijlieden dies meer gemaakt hebt dan de
38 Eze 32:32 | in het land der levenden; dies zal hij gelegd worden in
39 Hos 5:5 | 5 Dies zal Israel hovaardij in
40 Hos 7:10 | 10 Dies zal de hovaardij van Israel
41 Hos 13:7 | 7 Dies werd Ik hun als een felle
42 Jona 1:16| 16 Dies vreesden de mannen den HEERE
43 Zac 3:5 | 5 Dies zeg Ik: Laat ze een reinen
44 Zac 11:7 | 7 Dies heb ik deze slachtschapen
45 Luk 1:20 | geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden
|