Book Chapter: Verse
1 Gen 12:10 | daar als een vreemdeling te verkeren, dewijl de honger zwaar
2 Lev 17:8 | van hen als vreemdelingen verkeren, die een brandoffer of slachtoffer
3 Lev 17:10 | van hen als vreemdelingen verkeren, die enig bloed zal gegeten
4 Lev 17:13 | vreemdelingen in het midden van hen verkeren, die enig wild gedierte,
5 Lev 19:33 | uw land als vreemdeling verkeren zal, gij zult hem niet verdrukken. ~
6 Lev 20:2 | Israel als vreemdelingen verkeren, die van zijn zaad den Molech
7 Lev 24:6 | bij u als vreemdelingen verkeren; ~
8 Lev 24:45 | bij u als vreemdelingen verkeren, uit hen en uit hun geslachten,
9 Ric 16:8 | Bethlehem-Juda getogen, om te verkeren, waar hij gelegenheid zou
10 Ric 16:9 | Bethlehem-Juda, en ik wandel, om te verkeren, waar ik gelegenheid zal
11 Rut 1:1 | Bethlehem-Juda, om als vreemdeling te verkeren in de velden Moabs, hij,
12 2Kon 8:1 | als vreemdeling, waar gij verkeren kunt; want de HEERE heeft
13 Job 8:3 | 3 Zou dan God het recht verkeren, en zou de Almachtige de
14 Job 8:3 | Almachtige de gerechtigheid verkeren? ~
15 Psa 5:5 | de boze zal bij U niet verkeren. ~
16 Psa 15:1 | van David. HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen
17 Psa 61:5 | 5Ik zal in Uw hut verkeren in eeuwigheden; ik zal mijn
18 Spre 19:3 | des mensen zal zijn weg verkeren; en zijn hart zal zich tegen
19 Jes 11:6 | de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den
20 Jes 16:4 | mijn verdrevenen onder u verkeren, o Moab! wees gij hun een
21 Jes 23:7 | om in vreemdelingschap te verkeren. ~
22 Jes 52:4 | als vreemdeling aldaar te verkeren; en Assur heeft hetzelve
23 Jer 42:15 | aldaar als vreemdelingen te verkeren; ~
24 Jer 42:17 | aldaar als vreemdelingen te verkeren; zij zullen sterven door
25 Jer 42:22 | als vreemdelingen te verkeren. ~ ~
26 Jer 43:2 | aldaar als vreemdelingen te verkeren. ~
27 Jer 44:8 | daar als vreemdeling te verkeren; opdat gij uzelven
28 Jer 44:12 | aldaar als vreemdelingen te verkeren; en zij zullen allen in
29 Jer 44:14 | aldaar als vreemdelingen te verkeren, geen zal hebben, die ontkome,
30 Jer 44:28 | aldaar als vreemdelingen te verkeren, zullen weten, wiens woord
31 Jer 49:18 | en geen mensenkind daarin verkeren. ~
32 Jer 49:33 | en geen mensenkind daarin verkeren. ~
33 Jer 50:40 | geen mensenkind in haar verkeren. ~
34 Eze 47:22 | die in het midden van u verkeren, die kinderen in het midden
35 Amos 2:7 | den weg der zachtmoedigen verkeren; en de man en zijn vader
36 Amos 5:7 | Die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter
37 Mal 3:5 | den vreemdeling het recht verkeren, en Mij niet vrezen, zegt
38 Hand 7:10| zult gij niet ophouden te verkeren de rechte wegen des Heeren? ~
39 Gal 1:7 | Evangelie van Christus willen verkeren. ~
40 1Tim 3:15| men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente
41 2Tim 2:18| opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof. ~
42 2Tim 5:11| stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort,
43 Tit 1:11 | stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort,
44 Open 11:6 | wateren, om die in bloed te verkeren, en de aarde te slaan met
|