Book Chapter: Verse
1 Gen 8:5 | gaande, en afnemende tot de tiende maand; in de tiende maand,
2 Gen 8:5 | tot de tiende maand; in de tiende maand, op den eerste der
3 Gen 14:20 | heeft! En hij gaf hem de tiende van alles. ~
4 Exo 16:36 | 36 Een gomer nu is het tiende deel van een efa. ~ ~
5 Exo 29:40 | 40 Met een tiende deel meelbloem, gemengd
6 Lev 5:11 | zijn offerande brengen het tiende deel van een efa meelbloem
7 Lev 6:20 | zal gezalfd worden: het tiende deel ener efa meelbloem,
8 Lev 14:21 | verzoening te doen; daartoe een tiende meelbloem, met olie gemengd,
9 Lev 26:32 | roede zal doorgaan, het tiende zal den HEERE heilig zijn. ~
10 Num 5:15 | voor haar medebrengen, een tiende deel van een efa gerstemeel;
11 Num 15:4 | spijsoffer offeren van een tiende meelbloem, gemengd met een
12 Num 28:5 | 5 En een tiende deel ener efa meelbloem,
13 Num 28:13 | 13 En tot elk tiende deel meelbloem ten spijsoffer,
14 Num 28:21 | 21 Tot elk zult gij een tiende deel bereiden tot een lam,
15 Num 28:29 | 29 Tot elk een tiende tot een lam, tot die zeven
16 Num 29:4 | 4 En een tiende tot een lam, tot die zeven
17 Num 29:10 | 10 Tot elk een tiende tot een lam, tot die zeven
18 Num 29:15 | 15 En tot elke een tiende tot een lam, tot die veertien
19 Deu 23:2 | HEEREN komen; zelfs zijn tiende geslacht zal in de vergadering
20 Deu 23:3 | HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering
21 Joz 4:19 | 19 Het volk nu was den tiende der eerste maand uit de
22 2Kon 27:1 | jaar zijner regering, in de tiende maand, op den tienden der
23 1Kro 12:13| 13 Jirmeja de tiende; Machbannai de elfde. ~
24 1Kro 25:11| negende voor Jesua, het tiende voor Sechanja, ~
25 1Kro 26:17| 17 Het tiende voor Simei; zijn zonen en
26 1Kro 28:13| 13 De tiende, in de tiende maand, was
27 1Kro 28:13| 13 De tiende, in de tiende maand, was Maharai, de Nethofathiet,
28 Ezra 10:16| zaten op den eersten dag der tiende maand, om deze zaak te onderzoeken. ~
29 Est 9 | zijn koninklijk huis, in de tiende maand, welke is de maand
30 Jes 6:13 | 13 Doch nog een tiende deel zal daarin zijn, en
31 Jer 32:1 | is van den HEERE, in het tiende jaar van Zedekia, koning
32 Jer 39:1 | koning van Juda, in de tiende maand, kwam Nebukadrezar,
33 Jer 52:4 | jaar zijner regering, in de tiende maand, op den tienden der
34 Eze 24:1 | het negende jaar, in de tiende maand, op den tienden der
35 Eze 29:1 | 1 In het tiende jaar, in de tiende maand,
36 Eze 29:1 | In het tiende jaar, in de tiende maand, op den twaalfden
37 Eze 33:21 | gevankelijke wegvoering, in de tiende maand, op den vijfden der
38 Eze 45:11 | mate zijn, dat een bath het tiende deel van een homer houde;
39 Eze 45:11 | homer houde; ook een efa het tiende deel van een homer; de mate
40 Eze 45:14 | olie; gij zult offeren het tiende deel van een bath uit een
41 Zac 8:19 | zevende, en het vasten der tiende maand, zal den huize van
42 Joha 1:40| Hem. En het was omtrent de tiende ure. ~
43 Open 11:13| grote aardbeving, en het tiende deel der stad is gevallen,
44 Open 21:20| het negende Topaas, het tiende Chrysopraas, het elfde Hyacinth,
|