Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
simeam 1
simeath 3
simeathieten 1
simei 44
simeieten 1
simeon 52
simeonieten 3
Frequency    [«  »]
44 purper
44 rede
44 schepen
44 simei
44 slachten
44 specerijen
44 stelden

Bijbel

IntraText - Concordances

simei

   Book Chapter: Verse
1 Exo 6:16 | zonen van Gerson: Libni en Simei, naar hun huisgezinnen. 2 Num 3:18 | hun geslachten: Libni en Simei. ~ 3 2Sa 16:5 | van Saul, wiens naam was Simei, de zoon van Gera; hij ging 4 2Sa 16:7 | 7 Aldus nu zeide Simei in zijn vloeken: Ga uit, 5 2Sa 16:13 | zijn lieden op den weg; en Simei ging al voort langs de zijde 6 2Sa 19:16 | 16 En Simei, de zoon van Gera, een zoon 7 2Sa 19:18 | was in zijn ogen, zo viel Simei, de zoon van Gera, neder 8 2Sa 19:21 | Zeruja, en zeide: Zou dan Simei hiervoor niet gedood worden? 9 2Sa 19:23 | 23 En de koning zeide tot Simei: Gij zult niet sterven. 10 1Kon 1:8 | en Nathan, de profeet, en Simei, en Rei, en de helden, die 11 1Kon 2:8 | 8 En zie, bij u is Simei, de zoon van Gera, de zoon 12 1Kon 2:36| zond de koning, en riep Simei, en zeide tot hem: Bouw 13 1Kon 2:38| 38 En Simei zeide tot den koning: Dat 14 1Kon 2:38| alzo zal uw knecht doen. En Simei woonde te Jeruzalem vele 15 1Kon 2:39| jaren, dat twee knechten van Simei wegliepen tot Achis, den 16 1Kon 2:39| van Gath; en men gaf het Simei te kennen, zeggende: Zie, 17 1Kon 2:40| 40 Toen maakte zich Simei op, en zadelde zijn ezel, 18 1Kon 2:40| knechten te zoeken; zo toog Simei heen, en bracht zijn knechten 19 1Kon 2:41| werd Salomo aangezegd, dat Simei uit Jeruzalem naar Gath 20 1Kon 2:42| zond de koning, en riep Simei, en zeide tot hem: Heb ik 21 1Kon 2:44| Verder zeide de koning tot Simei: Gij weet al de boosheid, 22 1Kon 4:18| 18 Simei, de zoon van Ela, in Benjamin. ~ 23 1Kro 3:19| Pedaja nu waren Zerubbabel en Simei; en de kinderen van Zerubbabel 24 1Kro 4:26| zoon, Zaccur zijn zoon, Simei zijn zoon. ~ 25 1Kro 4:27| 27 Simei nu had zestien zonen en 26 1Kro 5:4 | zijn zoon Gog; zijn zoon Simei; ~ 27 1Kro 6:17| zonen van Gerson: Libni en Simei. ~ 28 1Kro 6:29| zijn zoon Libni; zijn zoon Simei; zijn zoon Uzza; ~ 29 1Kro 6:42| van Zimma, den zoon van Simei, 30 1Kro 8:21| Simrath waren kinderen van Simei. ~ 31 1Kro 24:7 | Gersonieten waren Ladan en Simei. ~ 32 1Kro 24:9 | 9 De kinderen van Simei waren Selomith, en Haziel, 33 1Kro 24:10| 10 De kinderen van Simei nu waren Jahath, Zina, en 34 1Kro 24:10| dezen waren de kinderen van Simei; vier. ~ 35 1Kro 26:17| 17 Het tiende voor Simei; zijn zonen en zijn broederen, 36 1Kro 28:27| over de wijngaarden was Simei, de Ramathiet; maar over 37 2Kro 29:14| kinderen van Heman, Jehiel en Simei; en van de kinderen van 38 2Kro 31:12| de Leviet, overste, en Simei, zijn broeder, de tweede. ~ 39 2Kro 31:13| de hand van Chonanja en Simei, zijn broeder; door het 40 Ezra 10:23| de Levieten: Jozabad, en Simei, en Kelaja (deze is Kelita), 41 Ezra 10:33| Elifelet, Jeremai, Manasse, Simei. ~ 42 Ezra 10:38| 38 En Bani, en Binnui, Simei, ~ 43 Est 2:5 | zoon van Jair, den zoon van Simei, den zoon van Kis, een man 44 Zac 12:13 | bijzonder; het geslacht van Simei bijzonder, en hun vrouwen


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License