Book Chapter: Verse
1 Num 23:10 | ziel sterve den dood der oprechten, en mijn uiterste zij gelijk
2 Joz 10:13 | geschreven in het boek des oprechten? De zon nu stond stil in
3 2Sa 1:18 | geschreven in het boek des Oprechten. ~
4 2Sa 22:26 | U goedertieren; bij den oprechten held houdt Gij U oprecht. ~
5 Job 4:7 | vergaan zij; en waar zijn de oprechten verdelgd? ~
6 Job 17:8 | 8 De oprechten zullen hierover verbaasd
7 Psa 7:11 | schild is bij God, Die de oprechten van hart behoudt. ~
8 Psa 11:2 | donkere te schieten naar de oprechten van harte. ~
9 Psa 18:26 | U goedertieren, bij den oprechten man houdt Gij U oprecht. ~
10 Psa 32:11 | zingt vrolijk, alle gij oprechten van harte! ~ ~
11 Psa 33:1 | den HEERE; lof betaamt den oprechten. ~
12 Psa 34:1 | den HEERE; lof betaamt den oprechten. ~
13 Psa 37:11 | Uw gerechtigheid over de oprechten van hart. ~
14 Psa 38:18 | HEERE kent de dagen der oprechten; en hun erfenis zal in eeuwigheid
15 Psa 49:15 | zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen
16 Psa 64:11 | op Hem betrouwen; en alle oprechten van hart zullen zich beroemen. ~
17 Psa 94:15 | de gerechtigheid; en alle oprechten van hart zullen hetzelve
18 Psa 97:11 | en vrolijkheid voor de oprechten van hart. ~
19 Psa 101:2 | verstandelijk handelen in den oprechten weg; wanneer zult Gij tot
20 Psa 101:6 | bij mij zitten; die in den oprechten weg wandelt, die zal mij
21 Psa 107:42 | 42 De oprechten zien het, en zijn verblijd,
22 Psa 111:1 | raad en vergadering der oprechten. ~
23 Psa 112:2 | Daleth. het geslacht der oprechten zal gezegend worden. ~
24 Psa 112:4 | 4 Zain. Den oprechten gaat het licht op in de
25 Psa 119:1 | Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet
26 Psa 140:14 | zullen Uw Naam loven; de oprechten zullen voor Uw aangezicht
27 Spre 2:7 | Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij
28 Spre 2:21| de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven; ~
29 Spre 11:3 | De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheid
30 Spre 11:5 | De gerechtigheid des oprechten maakt zijn weg recht; maar
31 Spre 11:11| Door den zegen der oprechten wordt een stad verheven;
32 Spre 11:20| HEERE een gruwel; maar de oprechten van weg zijn Zijn welgevallen. ~
33 Spre 12:6 | loeren; maar de mond der oprechten zal ze redden. ~
34 Spre 14:9 | verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid. ~
35 Spre 14:11| worden; maar de tent der oprechten zal bloeien. ~
36 Spre 15:8 | gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. ~
37 Spre 15:19| doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand. ~
38 Spre 16:17| 17 De baan der oprechten is van het kwaad af te wijken;
39 Spre 21:18| en de trouweloze voor de oprechten. ~
40 Spre 28:10| 10 Die de oprechten doet dwalen op een kwaden
41 Spre 29:10| haten den vrome; maar de oprechten zoeken zijn ziel. ~
42 Hoo 1:4 | meer dan den wijn; de oprechten hebben U lief. ~
43 1Tim 1:2 | 2 Aan Timotheus, mijn oprechten zoon in het geloof; genade,
|