Book Chapter: Verse
1 Gen 34:22 | die in de woestijn is, en legt de hand niet aan hem; opdat
2 Gen 45:9 | zoon! Hij kromt zich, hij legt zich neder als een leeuw,
3 Exo 16:23 | en al wat over blijft, legt het op voor u in bewaring
4 Exo 34:5 | zou u vernielen; doch nu, legt uw sieraad van u af, en
5 Num 11:11 | van dit ganse volk op mij legt? ~
6 Num 16:7 | doet morgen vuur daarin, legt reukwerk daarop voor het
7 Num 16:17 | ieder zijn wierookvat, en legt reukwerk daarin, en brengt
8 Deu 11:18 | 18 Legt dan deze mijn woorden in
9 Deu 19:11 | naaste haat, en hem lagen legt, en staat tegen hem op,
10 Deu 22:8 | geen bloedschuld op uw huis legt, wanneer iemand, vallende,
11 Deu 31:19 | het den kinderen Israels; legt het in hun mond; opdat dit
12 Deu 31:26 | 26 Neemt dit wetboek, en legt het aan de zijde van de
13 Ric 18:30 | opgetogen, tot op dezen dag; legt uw hart daarop, geeft raad
14 1Sa 6:8 | zet ze op den wagen, en legt de gouden kleinoden, die
15 1Kon 13:31| man Gods begraven is, en legt mijn beenderen bij zijn
16 1Kon 18:25| den naam uws gods aan, en legt geen vuur daaraan. ~
17 1Kon 20:12| zeide tot zijn knechten: Legt aan! En zij legden aan tegen
18 2Kon 2:20| mij een nieuwe schaal, en legt er zout in. En zij brachten
19 2Kon 10:8 | gebracht. En hij zeide: Legt ze in twee hopen, aan de
20 Job 13:27 | 27 Gij legt ook mijn voeten in den stok,
21 Job 21:5 | aan, en wordt verbaasd, en legt de hand op den mond. ~
22 Job 24:15 | oog zal mij zien; en hij legt een deksel op het aangezicht. ~
23 Job 28:9 | 9 Hij legt zijn hand aan de keiachtige
24 Job 33:11 | 11 Hij legt mijn voeten in den stok;
25 Job 34:23 | 23 Gewisselijk, Hij legt den mens niet te veel op,
26 Psa 10:9 | 9 Hij legt lagen in een verborgen plaats,
27 Psa 10:9 | een leeuw in zijn hol; hij legt lagen, om den ellendige
28 Psa 22:16 | aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof des doods. ~
29 Psa 58:8 | laat hen daarhenen drijven; legt hij zijn pijlen aan, laat
30 Psa 84:4 | zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der
31 Psa 143:3 | mijn leven ter aarde; hij legt mij in duisternissen, als
32 Spre 2:7 | 7 Hij legt weg voor de oprechten een
33 Spre 29:25| De siddering des mensen legt een strik; maar die op den
34 Pred 7:2 | aller mensen, en de levende legt het in zijn hart. ~
35 Jes 10:28 | door Migron; te Michmas legt hij zijn gereedschap af. ~
36 Jer 9:8 | maar in zijn binnenste legt hij lagen. ~
37 Eze 24:2 | dag; de koning van Babel legt zich voor Jeruzalem, even
38 Mark 5:23| komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde,
39 Luk 9:44 | 44 Legt gij deze woorden in uw oren:
40 Luk 15:5 | hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders,
41 Efez 4:25| 25 Daarom legt af de leugen, en spreekt
42 Kol 3:8 | 8 Maar nu legt ook gij dit alles af, namelijk
43 1Pet 2:1 | 1 Zo legt dan af alle kwaadheid, en
|