Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
kwakkelen 4
kwale 2
kwalen 3
kwalijk 43
kwam 649
kwame 5
kwamen 451
Frequency    [«  »]
43 hoeken
43 jakobus
43 jeugd
43 kwalijk
43 landpalen
43 legt
43 mijzelven

Bijbel

IntraText - Concordances

kwalijk

   Book Chapter: Verse
1 Gen 36:30 | zijn uw aangezichten heden kwalijk gesteld? ~ 2 Gen 39:6 | zeide: Waarom hebt gij zo kwalijk aan mij gedaan, dat gij 3 Gen 40:5 | waarnemen zal? Gij hebt kwalijk gedaan, wat gij gedaan hebt. ~ 4 Exo 5:19 | kinderen Israels, dat het kwalijk met hen stond, dewijl men 5 Exo 21:8 | 8 Indien zij kwalijk bevalt in de ogen haars 6 Num 11:11 | Waarom hebt Gij aan Uw knecht kwalijk gedaan, en waarom heb ik 7 Ric 10:27 | gezondigd, maar gij doet kwalijk bij mij, dat gij tegen mij 8 Ric 18:23 | mijn broeders, doet toch zo kwalijk niet; naardien deze man 9 1Sa 1:8 | niet, en waarom is uw hart kwalijk gesteld? Ben ik u niet beter 10 1Kon 17:20| dewelke ik herberge, zo kwalijk gedaan, dat Gij haar zoon 11 1Kro 22:17| het, die gezondigd en zeer kwalijk gehandeld heb; maar deze 12 Job 20:26 | overigen in zijn tent zal het kwalijk gaan. ~ 13 Psa 106:32 | twistwater, en het ging Mozes kwalijk om hunnentwil. ~ 14 Jes 3:11 | den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding 15 Jes 15:4 | iegelijks ziel in hem is kwalijk gesteld. ~ 16 Jer 38:9 | koning! deze mannen hebben kwalijk gehandeld in alles, wat 17 Matt 4:24| brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren, met verscheidene 18 Matt 8:16| en Hij genas allen, die kwalijk gesteld waren; ~ 19 Matt 14:35| brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren; ~ 20 Matt 20:24| hoorden, namen zij het zeer kwalijk van de twee broeders. ~ 21 Matt 21:15| Davids! namen zij dat zeer kwalijk; ~ 22 Matt 23:4 | lasten, die zwaar zijn en kwalijk om te dragen, en leggen 23 Matt 26:8 | dat ziende, namen het zeer kwalijk, zeggende: Waartoe dit verlies? ~ 24 Mark 1:32| brachten zij tot Hem allen, die kwalijk gesteld, en van den duivel 25 Mark 1:34| door verscheidene ziekten kwalijk gesteld waren; en wierp 26 Mark 6:55| op beddekens degenen, die kwalijk gesteld waren, om te dragen, 27 Mark 9:39| haastelijk van Mij zal kunnen kwalijk spreken. ~ 28 Mark 10:14| dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat 29 Mark 10:41| Jakobus en Johannes zeer kwalijk te nemen. ~ 30 Mark 14:4 | waren sommigen, die dat zeer kwalijk namen bij zichzelven, en 31 Luk 13:14 | de overste der synagoge, kwalijk nemende, dat Jezus op den 32 Joha 18:23| antwoordde hem: Indien Ik kwalijk gesproken heb, betuig van 33 Hand 6:31| van de Gemeente, om die kwalijk te handelen. ~ 34 Heb 11:25 | liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan 35 Heb 11:37 | geitenvellen; verlaten, verdrukt, kwalijk gehandeld zijnde; ~ 36 Heb 13:3 | waart; en dergenen, die kwalijk gehandeld worden, alsof 37 Heb 13:3 | ook zelven in het lichaam kwalijk gehandeld waart. ~ 38 Jako 4:3 | ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw 39 Jako 4:11| 11 Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van zijn 40 Jako 4:11| elkander. Die van zijn broeder kwalijk spreekt en zijn broeder 41 Jako 4:11| broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt 42 1Pet 2:12| heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, 43 1Pet 3:16| geweten, opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License