Book Chapter: Verse
1 Gen 23:8 | rein zijn van dezen mijn eed; alleenlijk breng mijn zoon
2 Gen 23:41 | 41 Dan zult gij van mijn eed rein zijn, wanneer gij tot
3 Gen 23:41 | zult gij rein zijn van mijn eed. ~
4 Gen 24:3 | landen geven, en Ik zal den eed bevestigen, dien Ik Abraham
5 Gen 24:28 | wij gezegd: Laat toch een eed tussen ons zijn, tussen
6 Exo 13:19 | want hij had met een zwaren eed de kinderen Israels bezworen,
7 Exo 22:11 | 11 Zo zal des HEEREN eed tussen hen beiden zijn,
8 Lev 5:4 | naar al wat de mens in den eed onbedacht uitspreekt, en
9 Num 5:21 | priester die vrouw met den eed der vervloeking beedigen,
10 Num 5:21 | tot een vloek, en tot een eed, in het midden uws volks,
11 Num 30:2 | gelofte zal beloofd, of een eed zal gezworen hebben, zijn
12 Num 30:10 | gedaan heeft, of met een eed door verbintenis haar ziel
13 Num 30:13 | 13 Alle gelofte, en allen eed der verbintenis, om de ziel
14 Deu 7:8 | en opdat Hij hield den eed, dien Hij uw vaderen gezworen
15 Joz 2:17 | onschuldig zijn van dezen uw eed, dien gij ons hebt doen
16 Joz 2:20 | wij onschuldig zijn van uw eed, dien gij ons hebt doen
17 Ric 20:5 | HEERE? Want er was een grote eed geschied aangaande dengene,
18 2Sa 21:7 | den zoon van Saul, om den eed des HEEREN, die tussen hen
19 1Kon 2:43| Waarom dan hebt gij den eed des HEEREN niet gehouden,
20 1Kon 8:31| gezondigd hebben, en hij hem een eed des vloeks opgelegd zal
21 1Kon 8:31| zichzelven te vervloeken; en de eed des vloeks voor Uw altaar
22 1Kon 18:10| koninkrijk en dat volk een eed af; dat zij u niet hadden
23 2Kro 7:22| gezondigd hebben, en die hem een eed des vloeks opgelegd zal
24 2Kro 7:22| zichzelven te vervloeken, en de eed des vloeks voor Uw altaar
25 2Kro 16:15| was verblijd over dezen eed; want zij hadden met hun
26 Neh 10:29 | kwamen in den vloek en in den eed, dat zij zouden wandelen
27 Pred 8:2 | naar de gelegenheid van den eed Gods. ~
28 Pred 9:2 | zweert, gelijk dien, die den eed vreest. ~
29 Jer 11:5 | 5 Opdat Ik den eed bevestige, dien Ik uw vaderen
30 Eze 16:59 | gij gedaan hebt, die den eed veracht hebt, brekende het
31 Eze 17:13 | gemaakt, en heeft hem tot een eed gebracht, en de machtigen
32 Eze 17:16 | koning gemaakt heeft, wiens eed hij veracht, en wiens verbond
33 Eze 17:18 | Want hij heeft den eed veracht, brekende het verbond,
34 Eze 17:19 | als Ik leef, zo Ik Mijn eed, dien hij veracht heeft,
35 Dan 9:11 | uitgestort die vloek, en die eed, die geschreven is in de
36 Zac 8:17 | hart; en hebt een valsen eed niet lief; want al deze
37 Matt 5:33| gezegd is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult
38 Matt 26:72| loochende het wederom met een eed, zeggende: Ik ken den Mens
39 Luk 1:73 | 73 En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen
40 Hand 17:13| meer dan veertig, die dezen eed te zamen gedaan hadden; ~
41 Heb 6:16 | meerdere dan zij zijn, en de eed tot bevestiging is denzelven
42 Heb 6:17 | onveranderlijkheid van Zijn raad, met een eed daartussen is gekomen; ~
43 Jako 5:12| aarde, noch enigen anderen eed; maar uw ja, zij ja, en
|