Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
dwaalde 2
dwaalden 3
dwaalt 10
dwaas 43
dwaasheid 52
dwalen 23
dwalende 8
Frequency    [«  »]
44 verloren
43 arme
43 benaja
43 dwaas
43 eed
43 gebiede
43 henlieden

Bijbel

IntraText - Concordances

dwaas

   Book Chapter: Verse
1 Deu 32:6 | den HEERE vergelden, gij, dwaas en onwijs volk! Is Hij niet 2 Deu 32:21 | geen volk zijn; door een dwaas volk zal Ik hen tot toorn 3 Ric 18:24 | doet aan dezen man zulk een dwaas ding niet. ~ 4 2Sa 3:33 | Abner gestorven, als een dwaas sterft? ~ 5 Job 5:3 | 3 Ik heb gezien een dwaas wortelende; doch terstond 6 Psa 14:1 | den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is 7 Psa 49:11 | sterven, dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen, 8 Psa 53:2 | 2De dwaas zegt in zijn hart: Er is 9 Psa 74:18 | den HEERE gesmaad, en een dwaas volk heeft Uw Naam gelasterd. ~ 10 Psa 92:7 | weet er niet van, en een dwaas verstaat ditzelve niet; ~ 11 Spre 7:22| slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien. ~ 12 Spre 10:8 | de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen 13 Spre 10:10| richt smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen 14 Spre 11:29| beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, 15 Spre 14:1 | haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar 16 Spre 14:9 | 9      Elke dwaas zal de schuld verbloemen; 17 Spre 15:5 | 5      Een dwaas zal de tucht zijns vaders 18 Spre 17:28| 28      Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs 19 Spre 20:3 | af te blijven; maar ieder dwaas zal er zich in mengen. ~ 20 Spre 27:22| 22      Al stiet gij den dwaas in een mortier met een stamper, 21 Spre 29:9 | Een wijs man, met een dwaas man in rechten zich begeven 22 Spre 30:22| als hij regeert; en een dwaas, als hij van brood verzadigd 23 Pred 2:16| van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen 24 Pred 2:19| of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen 25 Pred 7:17| goddeloos, noch wees al te dwaas; waarom zoudt gij sterven 26 Pred 10:3 | 3      En ook wanneer de dwaas op den weg wandelt, zijn 27 Pred 10:3 | tot een iegelijk, dat hij dwaas is. ~ 28 Pred 10:6 | 6      Een dwaas wordt gezet in grote hoogheden, 29 Pred 10:14| 14      De dwaas maakt wel veel woorden; 30 Jes 32:5 | 5      De dwaas zal niet meer genoemd worden 31 Jes 32:6 | 6      Want een dwaas spreekt dwaasheid, en zijn 32 Jer 4:22 | Zekerlijk, Mijn volk is dwaas, Mij kennen zij niet; het 33 Jer 5:21 | 21      Hoort nu dit, gij dwaas en harteloos volk! die ogen 34 Jer 17:11 | in zijn      laatste een dwaas zijn. ~ 35 Hos 9:7 | worden; de profeet is een dwaas, de man des geestes is      36 Matt 5:22| raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn 37 Matt 25:3 | 3 Die dwaas waren, haar lampen nemende, 38 Luk 12:20 | Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men 39 Rom 1:22 | uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden; ~ 40 1Kor 1:20| wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? ~ 41 1Kor 3:18| in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden. ~ 42 1Kor 15:36| 36 Gij dwaas, hetgeen gij zaait, wordt 43 2Tim 2:23| En verwerp de vragen, die dwaas en zonder lering zijn, wetende,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License