Book Chapter: Verse

 1 2Sa   8:18 |                 18 Er was ook Benaja, zoon van Jojada, met de
 2 2Sa  20:23 |     ganse heir van Israel; en Benaja, de zoon van Jojada, over
 3 2Sa  23:20 |                     20 Voorts Benaja, de zoon van Jojada, de
 4 2Sa  23:22 |            22 Die dingen deed Benaja, de zoon van Jojada; dies
 5 2Sa  23:30 |                            30 Benaja, de Pirhathoniet; Hiddai,
 6 1Kon   1:8 |   Maar Zadok, de priester, en Benaja, de zoon van Jojada, en
 7 1Kon   1:10|       Nathan, den profeet, en Benaja, en de helden, en Salomo,
 8 1Kon   1:26|       Zadok, den priester, en Benaja, den zoon van Jojada, en
 9 1Kon   1:32|       Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada; en
10 1Kon   1:36|            36 Toen antwoordde Benaja, de zoon van Jojada, den
11 1Kon   1:38|       Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada, en
12 1Kon   1:44|       Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada, en
13 1Kon   2:25|  Salomo zond door de hand van Benaja, den zoon van Jojada; die
14 1Kon   2:29|      altaar. Toen zond Salomo Benaja, den zoon van Jojada, zeggende:
15 1Kon   2:30|                         30 En Benaja kwam tot de tent des HEEREN,
16 1Kon   2:30|       hier zal ik sterven! En Benaja bracht het antwoord weder
17 1Kon   2:34|                         34 En Benaja, de zoon van Jojada, ging
18 1Kon   2:35|         35 En de koning zette Benaja, den zoon van Jojada, in
19 1Kon   2:46|        46 En de koning gebood Benaja, den zoon van Jojada; die
20 1Kon   4:4 |                          4 En Benaja, de zoon van Jojada, was
21 1Kro   4:36|     en Adiel, en Jesimeel, en Benaja, ~
22 1Kro  11:22|                            22 Benaja, de zoon van Jojada, de
23 1Kro  11:24|           24 Deze dingen deed Benaja, de zoon van Jojada; dies
24 1Kro  11:31|       der kinderen Benjamins; Benaja, de Pirhathoniet; ~
25 1Kro  15:18|    Jehiel, en Unni, Eliab, en Benaja, en Maaseja, en Mattithja,
26 1Kro  15:20|      en Eliab, en Maaseja, en Benaja, met luiten op Alamoth. ~
27 1Kro  15:24|       Amasai, en Zecharja, en Benaja, en Eliezer, de priesters,
28 1Kro  16:5 |       Mattithja, en Eliab, en Benaja, en Obed-Edom, en Jeiel,
29 1Kro  16:6 |                        6 Maar Benaja en Jahaziel, de priesters,
30 1Kro  18:17|                         17 En Benaja, de zoon van Jojada, was
31 1Kro  19:17|                         17 En Benaja, de zoon van Jojada, was
32 1Kro  28:5 |   heirs in de derde maand was Benaja, de zoon van Jojada, den
33 1Kro  28:6 |                        6 Deze Benaja was een held van de dertig,
34 1Kro  28:14|        in de elfde maand, was Benaja, de Pirhathoniet, van de
35 1Kro  28:34|       was Jojada, de zoon van Benaja, en Abjathar; maar Joab
36 2Kro  21:14|    van Zecharja, den zoon van Benaja, den zoon van Jehiel, den
37 2Kro  31:13|      Jismachja, en Mahath, en Benaja, waren opzieners, onder
38 Ezra  10:25|       Eleazar, en Malchia, en Benaja. ~
39 Ezra  10:30| Pahath-Moab: Adna, en Chelal, Benaja, Maaseja, Mattanja, Bezaleel,
40 Ezra  10:35|                            35 Benaja, Bedeja, Cheluhu, ~
41 Ezra  10:43|      Zebina, Jaddai, en Joel, Benaja. ~
42 Eze  11:1  |      en Pelatja, den zoon van Benaja, vorsten des volks. ~
43 Eze  11:13 |      dat Pelatja, de zoon van Benaja, stierf. Toen viel ik neder