Book Chapter: Verse
1 Exo 30:15 | niet vermeerderen, en de arme zal het niet verminderen
2 Lev 19:10 | wijngaard niet opzamelen; den arme en den vreemdeling zult
3 Lev 22:53 | niet opzamelen; voor den arme en voor den vreemdeling
4 Deu 15:7 | 7 Wanneer er onder u een arme zal zijn, een uit uw broederen,
5 Deu 15:11 | 11 Want de arme zal niet ophouden uit het
6 2Sa 12:3 | 3 Maar de arme had gans niet dan een enig
7 2Kon 26:14| werd overgelaten, dan het arme volk des lands. ~
8 Job 5:16 | 16 Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid
9 Job 24:9 | de borst, en dat over den arme is, nemen zij te pand. ~
10 Job 24:14 | de moorder op, doodt den arme en den nooddruftige; en
11 Job 34:19 | aanneemt, en den rijke voor den arme niet kent? Want zij zijn
12 Psa 10:8 | verbergen zich tegen den arme. ~
13 Psa 10:10 | neder, hij buigt zich; en de arme hoop valt in zijn sterke
14 Psa 10:14 | geve; op U verlaat zich de arme, Gij zijt geweest een Helper
15 Psa 72:13 | 13 Hij zal den arme en nooddruftige verschonen,
16 Psa 82:3 | 3Doet recht den arme en den wees; rechtvaardigt
17 Psa 82:3 | rechtvaardigt den verdrukte en den arme. ~
18 Psa 82:4 | 4Verlost den arme en den behoeftige, rukt
19 Spre 13:8 | is zijn rijkdom; maar de arme hoort het schelden niet. ~
20 Spre 14:20| 20 De arme wordt zelfs van zijn vriend
21 Spre 14:31| 31 Die den arme verdrukt, smaadt deszelfs
22 Spre 17:5 | 5 Die den arme bespot, smaadt deszelfs
23 Spre 18:23| 23 De arme spreekt smekingen; maar
24 Spre 19:1 | 1 De arme, in zijn oprechtheid wandelende,
25 Spre 19:4 | veel vrienden toe; maar de arme wordt van zijn vriend gescheiden. ~
26 Spre 19:22| zijn weldadigheid; maar de arme is beter dan een leugenachtig
27 Spre 22:16| 16 Die den arme verdrukt, om het zijne te
28 Spre 22:22| 22 Beroof den arme niet, omdat hij arm is;
29 Spre 23:29| wien is wee? bij wien och arme? bij wien gekijf? bij wien
30 Spre 28:6 | 6 De arme, wandelende in zijn oprechtheid,
31 Spre 28:11| wijs in zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt
32 Spre 29:13| 13 De arme en de bedrieger ontmoeten
33 Pred 6:8 | dan de zot? Wat heeft de arme meer, die voor de levenden
34 Jes 25:4 | 4 Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een
35 Jes 32:7 | redenen, en het recht, als de arme spreekt. ~
36 Jes 67:2 | dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest,
37 Amos 5:11| Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren
38 Mark 12:42| 42 En er kwam een arme weduwe, die twee kleine
39 Mark 12:43| Voorwaar, Ik zeg u, dat deze arme weduwe meer ingeworpen heeft,
40 Luk 21:2 | En Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine penningen
41 Luk 21:3 | Waarlijk, Ik zeg u, dat deze arme weduwe meer dan allen heeft
42 Gal 4:9 | wederom tot de zwakke en arme beginselen, welke gij wederom
43 Jako 2:3 | en zoudt zeggen tot den arme: Sta gij daar; of: Zit hier
|