Book Chapter: Verse
1 Gen 6:7 | mens, die Ik geschapen heb, verdelgen van den aardbodem, van den
2 Gen 7:4 | Ik zal van den aardbodem verdelgen al wat bestaat, dat Ik gemaakt
3 Exo 8:9 | van u en van uw huizen te verdelgen, dat zij alleen in de rivier
4 Exo 23:23 | Jebusieten; en Ik zal hen verdelgen. ~
5 Num 32:52 | verderven, en al hun hoogten verdelgen. ~
6 Deu 1:27 | der Amorieten, om ons te verdelgen. ~
7 Deu 7:4 | ulieden ontsteken, en u haast verdelgen. ~
8 Deu 9:3 | verterend vuur: Die zal hen verdelgen, en Die zal hen voor uw
9 Deu 9:8 | tegen u vertoornde, om u te verdelgen. ~
10 Deu 9:19 | ulieden vertoornd was, om u te verdelgen; doch de HEERE verhoorde
11 Deu 9:20 | zeer tegen Aaron, om hem te verdelgen; doch ik bad ook ter zelver
12 Deu 9:25 | HEERE gezegd had, dat Hij u verdelgen zou. ~
13 Deu 31:3 | volken van voor uw aangezicht verdelgen, dat gij hen erfelijk bezit.
14 Joz 9:24 | voor ulieder aangezicht verdelgen zoude, zo vreesden wij onzes
15 Joz 11:20 | geschiedde, maar opdat hij hen verdelgen zoude, gelijk als de HEERE
16 2Sa 14:7 | doden, en ook den erfgenaam verdelgen; alzo zullen zij mijn kool,
17 2Sa 14:11 | dat zij mijn zoon niet verdelgen. Toen zeide hij: Zo waarachtig
18 2Sa 14:16 | te zamen van Gods erve te verdelgen. ~
19 1Kon 13:34| te doen afsnijden en te verdelgen van den aardbodem. ~ ~
20 2Kon 15:27| Israel van onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen
21 2Kro 21:23| Seir, om te verbannen en te verdelgen; en als zij met de inwoners
22 Est 16:6 | het volk van Mordechai, te verdelgen. ~
23 Est 16:13 | des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen al de
24 Est 17:6 | het volk van Mordechai, te verdelgen. ~
25 Est 17:13 | des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen al de
26 Est 49:4 | hun leven te staan, om te verdelgen, om te doden en om om te
27 Psa 94:23 | zal hen in hun boosheid verdelgen; de HEERE, onze God, zal
28 Psa 94:23 | HEERE, onze God, zal hen verdelgen. ~ ~
29 Psa 101:5 | achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en
30 Psa 101:8 | alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN
31 Psa 106:23 | Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware Mozes, Zijn
32 Spre 31:3 | uw wegen, om koningen te verdelgen. ~
33 Jes 10:7 | zal in zijn hart hebben te verdelgen, en uit te roeien niet weinige
34 Jes 13:9 | deszelfs zondaars daaruit te verdelgen. ~
35 Jes 23:11 | Kanaan, om haar sterkten te verdelgen. ~
36 Eze 14:9 | uitstrekken, en zal hem verdelgen uit het midden van Mijn
37 Eze 25:7 | landen verdoen; Ik zal u verdelgen; en gij zult weten,
38 Eze 34:16 | en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel. ~
39 Dan 11:44 | grimmigheid om velen te verdelgen en te verbannen. ~
40 Amos 9:8 | Jakobs niet ganselijk zal verdelgen, spreekt de HEERE. ~
41 Mic 5:13 | uitroeien, en Ik zal uw steden verdelgen. ~
42 Zac 12:9 | geschieden, dat Ik zal zoeken te verdelgen alle heidenen, die tegen
|