Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
nuchter 1
nuchteren 8
numeri 2
nun 42
nut 27
nutte 2
nutter 1
Frequency    [«  »]
42 judea
42 leg
42 male
42 nun
42 offerden
42 ringen
42 sara

Bijbel

IntraText - Concordances

nun

   Book Chapter: Verse
1 Exo 34:11 | dienaar Jozua, de zoon van Nun, de jongeling, week niet 2 Num 11:28 | 28 En Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, een 3 Num 13:8 | Efraim, Hosea, de zoon van Nun. ~ 4 Num 13:16 | noemde Hosea, den zoon van Nun, Jozua. ~ 5 Num 14:6 | 6 En Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, 6 Num 14:30 | Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun. ~ 7 Num 14:38 | Maar Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, 8 Num 26:65 | Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun. ~  ~  ~  ~ 9 Num 27:18 | tot u Jozua, den zoon van Nun, een man, in wien de Geest 10 Num 31:65 | Keniziet, en Jozua, de zoon van Nun; want zij hebben volhard 11 Num 31:81 | en Jozua, den zoon van Nun, en den hoofden der vaderen 12 Num 33:17 | priester, en Jozua, de zoon van Nun. ~ 13 Deu 1:38 | 38 Jozua, de zoon van Nun, die voor uw aangezicht 14 Deu 31:23 | gebood Jozua, den zoon van Nun, en zeide: Zijt sterk en 15 Deu 32:44 | hij en Hosea, de zoon van Nun. ~ 16 Deu 34:9 | 9 Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van den Geest der 17 Joz 1:1 | tot Jozua, den zoon van Nun, den dienaar van Mozes, 18 Joz 2:1 | 1 Jozua nu, de zoon van Nun, had twee mannen, die heimelijk 19 Joz 2:23 | tot Jozua, den zoon van Nun; en zij vertelden hem al 20 Joz 6:6 | riep Jozua, de zoon van Nun, de priesters, en zeide 21 Joz 14:1 | Eleazar, en Jozua, de zoon van Nun, en de hoofden der vaderen 22 Joz 17:4 | van Jozua, den zoon van Nun, en voor het aangezicht 23 Joz 19:49 | aan Jozua, den zoon van Nun, een erfdeel in het midden 24 Joz 19:51 | priester, en Jozua, de zoon van Nun, en de hoofden der vaderen 25 Joz 21:1 | tot Jozua, den zoon van Nun, en tot de hoofden der vaderen 26 Joz 25:29 | dat Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, stierf, 27 Ric 2:8 | Maar als Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, gestorven 28 1Kon 16:34 | van Jozua, den zoon van Nun, gesproken had. ~  ~  ~  29 Neh 8:18 | van Jesua, den zoon van Nun, tot op dezen dag toe; en 30 Psa 25:13 | 13 Nun. Zijn ziel zal vernachten 31 Psa 35:14 | 14 Nun. Bewaar uw tong van het 32 Psa 38:25 | 25 Nun. Ik ben jong geweest, ook 33 Psa 111:7 | zijn waarheid en oordeel; Nun. al Zijn bevelen zijn getrouw. ~ 34 Psa 112:7 | geen kwaad gerucht vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende 35 Psa 119:105 | 105  Nun. Uw woord is een lamp voor 36 Spre 31:23 | 23      Nun. Haar man is bekend in de 37 Klaa 1:14 | 14      Nun. Het juk mijner overtredingen 38 Klaa 1:36 | 14      Nun. Uw profeten hebben u ijdelheid 39 Klaa 1:84 | 40      Nun. Laat ons onze wegen onderzoeken 40 Klaa 1:85 | 41      Nun. Laat ons onze harten opheffen, 41 Klaa 1:86 | 42      Nun. Wij hebben overtreden, 42 Klaa 1:124| 14      Nun. Zij zwierven als blinden


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License