Book Chapter: Verse
1 Ezra 7:14| om onderzoek te doen in Judea, en te Jeruzalem, naar de
2 Matt 2:1 | te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning
3 Matt 2:5 | tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo is geschreven
4 Matt 2:22| hoorde, dat Archelaus in Judea koning was, in de plaats
5 Matt 2:24| predikende in de woestijn van Judea, ~
6 Matt 2:28| uitgegaan Jeruzalem en geheel Judea, en het gehele land rondom
7 Matt 4:25| en van Jeruzalem, en van Judea, en van over de Jordaan. ~ ~
8 Matt 19:1 | Jordaan, in de landpalen van Judea. ~
9 Matt 24:16| 16 Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen; ~
10 Mark 3:7 | menigte van Galilea, en van Judea. ~
11 Mark 10:1 | Hij naar de landpalen van Judea, door de overzijde van de
12 Mark 13:14| daarop!) alsdan, die in Judea zijn, dat zij vlieden op
13 Luk 1:5 | Herodes, den koning van Judea, was een zeker priester,
14 Luk 1:65 | het gehele gebergte van Judea werd veel gesproken van
15 Luk 2:4 | uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die
16 Luk 3:1 | Pilatus stadhouder was over Judea, en Herodes een viervorst
17 Luk 5:17 | vlekken van Galilea, en Judea, en Jeruzalem gekomen waren;
18 Luk 6:17 | menigte des volks van geheel Judea en Jeruzalem, en van den
19 Luk 7:17 | van Hem ging uit in geheel Judea, en in al het omliggende
20 Luk 21:21 | 21 Alsdan die in Judea zijn, dat zij vlieden naar
21 Luk 23:5 | volk, lerende door geheel Judea, begonnen hebbende van Galilea
22 Joha 3:22| discipelen in het land van Judea, en onthield Zich aldaar
23 Joha 4:3 | 3 Zo verliet Hij Judea, en ging wederom heen naar
24 Joha 4:47| hebbende, dat Jezus uit Judea in Galilea kwam, ging tot
25 Joha 4:54| wederom gedaan, als Hij uit Judea in Galilea gekomen was. ~ ~
26 Joha 7:1 | Galilea; want Hij wilde in Judea niet wandelen, omdat de
27 Joha 7:3 | van hier, en ga heen in Judea, opdat ook Uw discipelen
28 Joha 11:7 | discipelen: Laat ons wederom naar Judea gaan. ~
29 Hand 1:8 | Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het
30 Hand 2:9 | zijn van Mesopotamie, en Judea, en Cappadocie, Pontus en
31 Hand 5:37| geschied is door geheel Judea, beginnende van Galilea,
32 Hand 6:1 | en de broeders, die in Judea waren, hebben gehoord, dat
33 Hand 6:29| dienste der broederen, die in Judea woonden. ~
34 Hand 6:49| worden. En hij vertrok van Judea naar Cesarea, en hield zich
35 Hand 9:1 | die afgekomen waren van Judea, leerden de broederen, zeggende:
36 Hand 15:10| een zeker profeet af van Judea, met name Agabus; ~
37 Hand 20:20| en in het gehele land van Judea, en den heidenen verkondigd,
38 Hand 22:21| brieven u aangaande van Judea ontvangen; noch iemand van
39 Rom 15:31 | van de ongehoorzamen in Judea, en dat deze mijn dienst,
40 2Kor 1:16| komen, en van ulieden naar Judea geleid worden. ~
41 Gal 1:22 | onbekend aan de Gemeenten in Judea, die in Christus zijn. ~
42 1The 2:14| der Gemeenten Gods, die in Judea zijn, in Christus Jezus;
|