Book Chapter: Verse
1 Rut 4:17 | Obed; deze is de vader van Isai, Davids vader. ~
2 Rut 4:22 | 22 En Obed gewon Isai; en Isai gewon David. ~
3 Rut 4:22 | 22 En Obed gewon Isai; en Isai gewon David. ~
4 1Sa 16:1 | heen; Ik zal u zenden tot Isai, den Bethlehemiet; want
5 1Sa 16:3 | 3 En gij zult Isai ten offer nodigen, en Ik
6 1Sa 16:5 | ten offer; en hij heiligde Isai en zijn zonen, en hij nodigde
7 1Sa 16:8 | 8 Toen riep Isai Abinadab, en hij deed hem
8 1Sa 16:9 | 9 Daarna liet Isai Samma voorbijgaan; doch
9 1Sa 16:10 | 10 Alzo liet Isai zijn zeven zonen voorbij
10 1Sa 16:10 | gaan; doch Samuel zeide tot Isai: De HEERE heeft dezen niet
11 1Sa 16:11 | Voorts zeide Samuel tot Isai: Zijn dit al de jongelingen?
12 1Sa 16:11 | schapen. Samuel nu zeide tot Isai: Zend heen en laat hem halen;
13 1Sa 16:18 | heb gezien een zoon van Isai, den Bethlehemiet, die spelen
14 1Sa 16:19 | 19 Saul nu zond boden tot Isai, en zeide: Zend uw zoon
15 1Sa 16:20 | 20 Toen nam Isai een ezel met brood, en een
16 1Sa 16:22 | 22 Daarna zond Saul tot Isai, om te zeggen: Laat toch
17 1Sa 17:12 | Bethlehem-Juda, wiens naam was Isai, en die acht zonen had,
18 1Sa 17:13 | drie grootste zonen van Isai gingen heen; zij volgden
19 1Sa 17:17 | 17 En Isai zeide tot zijn zoon David:
20 1Sa 17:20 | en ging henen, gelijk als Isai hem bevolen had; en hij
21 1Sa 17:58 | ben een zoon van uw knecht Isai, den Bethlehemiet. ~ ~ ~
22 1Sa 20:27 | Jonathan: Waarom is de zoon van Isai noch gisteren noch heden
23 1Sa 20:30 | niet, dat gij den zoon van Isai verkoren hebt tot uw schande,
24 1Sa 20:31 | de dagen, die de zoon van Isai op den aardbodem leven zal,
25 1Sa 22:7 | Jemini, zal ook de zoon van Isai u altegader akkers en wijnbergen
26 1Sa 22:8 | gemaakt heeft met den zoon van Isai; en niemand is onder ulieden,
27 1Sa 22:9 | zeide: Ik zag den zoon van Isai, komende te Nob, tot Achimelech,
28 1Sa 22:13 | verbonden, gij en de zoon van Isai, mits dat gij hem gegeven
29 1Sa 25:10 | David, en wie is de zoon van Isai? Er zijn heden vele knechten,
30 2Sa 20:1 | erfenis aan den zoon van Isai, een iegelijk naar zijn
31 2Sa 23:1 | David. David, de zoon van Isai zegt, en de man, die hoog
32 1Kon 12:16| hebben wij aan den zoon van Isai; naar uw tenten, o Israel!
33 1Kro 2:12| gewon Obed, en Obed gewon Isai, ~
34 1Kro 2:13| 13 En Isai gewon Eliab, zijn eerstgeborene,
35 1Kro 10:14| tot David, den zoon van Isai. ~ ~
36 1Kro 12:18| zijn wij, gij, zoon van Isai. Vrede, vrede zij u, en
37 1Kro 30:26| heeft dan David, de zoon van Isai, geregeerd over gans Israel. ~
38 2Kro 11:16| hebben wij aan den zoon van Isai; een ieder naar uw tenten,
39 2Kro 12:18| van Eliab, den zoon van Isai, ~
40 Psa 72:20 | van David, den zoon van Isai, hebbende een einde. ~ ~ ~
41 Jes 11:1 | den afgehouwen tronk van Isai, en een Scheut uit zijn
42 Jes 11:10 | heidenen naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier
|