Book Chapter: Verse
1 Gen 41:28 | En Israel zeide: Het is genoeg! mijn zoon Jozef leeft nog!
2 Exo 9:28 | tot den HEERE (want het is genoeg), dat geen donder Gods noch
3 Exo 36:5 | brengt te veel, meer dan genoeg is ten dienste des werks,
4 Exo 36:7 | der stoffe was denzelven genoeg tot het gehele werk, dat
5 Lev 5:7 | zoveel niet bereiken kan, als genoeg is tot een stuk klein vee,
6 Lev 12:8 | 8Maar indien haar hand niet genoeg voor een lam vindt, zo zal
7 Lev 24:26 | gevonden zal hebben, zoveel genoeg is tot zijn lossing; ~
8 Lev 24:28 | niet gevonden heeft, wat genoeg is, om aan hem weder uit
9 Num 11:22 | geslacht worden, dat voor hen genoeg zij? zullen al de vissen
10 Num 11:22 | verzameld worden, dat voor hen genoeg zij? ~
11 Deu 1:6 | zeggende: Gij zijt lang genoeg bij dezen berg gebleven. ~
12 Deu 2:3 | Gijlieden hebt dit gebergte genoeg omgetogen; keert u naar
13 Deu 3:26 | zeide tot mij: Het zij u genoeg; spreek niet meer tot Mij
14 Deu 15:8 | zult hem rijkelijk lenen, genoeg voor zijn gebrek, dat hem
15 Deu 25:2 | zijn onrechtvaardigheid genoeg zal zijn, in getal. ~
16 Ric 20:14 | maar alzo waren er nog niet genoeg voor hen. ~
17 2Sa 24:16 | het volk maakte: Het is genoeg, trek uw hand nu af. De
18 1Kon 19:4 | stierve, en zeide: Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel,
19 1Kon 20:10| indien het stof van Samaria genoeg zal zijn tot handvollen
20 1Kro 22:15| verdervenden engel: Het is genoeg, trek nu uw hand af. De
21 2Kro 30:3 | de priesteren zich niet genoeg geheiligd hadden, en het
22 Est 1:18 | zal verachtens en toorns genoeg wezen. ~
23 Spre 25:16| honig gevonden, eet dat u genoeg is; opdat gij misschien
24 Spre 30:15| vier zeggen niet: Het is genoeg! ~
25 Spre 30:16| het vuur zegt niet: Het is genoeg! ~
26 Jer 49:9 | verdorven hebben zoveel hun genoeg ware? ~
27 Oba 1:5 | gestolen hebben zoveel hun genoeg ware? Zo er wijnlezers tot
28 Nah 2:12 | 12 De leeuw, die genoeg roofde voor zijn welpen,
29 Zac 10:1 | weerlichten; en Hij zal hun regen genoeg geven voor ieder kruid op
30 Zac 10:10 | brengen, maar het zal hun niet genoeg wezen. ~
31 Mal 3:10 | afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen. ~
32 Matt 6:34| zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad. ~ ~
33 Matt 10:25| 25 Het zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn
34 Matt 25:9 | voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot
35 Mark 14:41| nu voort, en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; ziet,
36 Mark 15:15| nu, willende der schare genoeg doen, heeft hun Bar-abbas
37 Luk 22:38 | Hij zeide tot hen: Het is genoeg. ~
38 Joha 6:7 | brood is voor dezen niet genoeg, opdat een iegelijk van
39 Joha 14:8 | den Vader, en het is ons genoeg. ~
40 2Kor 2:6 | zodanige is deze bestraffing genoeg, die van velen geschied
41 2Kor 12:9 | gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt
42 1Pet 4:3 | 3 Want het is ons genoeg, dat wij den voorgaande
|