Book Chapter: Verse
1 Lev 6:12 | maar de priester zal daar elken morgen hout aansteken, en
2 Lev 23:8 | 8 Op elken sabbatdag gedurig zal men
3 Num 1:4 | ulieden zullen zijn van elken stam een man, die een hoofdman
4 Num 13:2 | kinderen Israels geven zal; van elken stam zijner vaderen zult
5 Num 14:34 | verspied hebt, veertig dagen, elken dag voor elk jaar, zult
6 Num 17:6 | gaven aan hem een staf, voor elken overste een staf, naar het
7 Num 18:6 | gaven aan hem een staf, voor elken overste een staf, naar het
8 Num 28:10 | brandoffer des sabbats op elken sabbat, boven het gedurig
9 Num 31:4 | 4 Van elken stam onder alle stammen
10 Num 31:5 | van Israel, duizend van elken stam, twaalf duizend toegerusten
11 Num 31:6 | ten strijde, duizend van elken stam, hen en Pinehas, den
12 Num 33:18 | 18 Daartoe zult gij uit elken stam een overste nemen,
13 Deu 1:23 | uit u twaalf mannen, van elken stam een man. ~
14 Joz 4:2 | mannen uit het volk, uit elken stam een man. ~
15 Joz 4:4 | de kinderen Israels, uit elken stam een man. ~
16 Joz 18:4 | ulieden drie mannen van elken stam, dat ik ze heenzende,
17 1Kro 16:37| voor de ark, naardat op elken dag besteld was. ~
18 1Kro 29:14| goudgewicht, tot alle vaten van elken dienst; ook zilver tot alle
19 1Kro 29:14| gewicht, tot al de vaten van elken dienst; ~
20 1Kro 29:15| lampen, naar het gewicht van elken kandelaar en zijn lampen;
21 1Kro 29:15| lampen, naar den dienst van elken kandelaar. ~
22 1Kro 29:17| bekers, het gewicht tot elken beker, desgelijks tot zilveren
23 1Kro 29:17| tot zilveren bekers, tot elken beker het gewicht; ~
24 2Kro 9:13| 13 Zelfs naar den eis van elken dag, offerende, naar het
25 2Kro 9:14| dienen, naar den eis van elken dag; en de poortiers in
26 2Kro 14:11| den HEERE brandofferen, op elken morgen en op elken avond,
27 2Kro 14:11| brandofferen, op elken morgen en op elken avond, ook reukwerk van
28 2Kro 14:11| en zijn lampen, om die op elken avond te doen branden; want
29 2Kro 31:16| tot het dagelijkse werk op elken dag, voor hun dienst, in
30 Job 7:18 | En dat Gij hem bezoekt in elken morgenstond; dat Gij hem
31 Job 7:18 | morgenstond; dat Gij hem in elken ogenblik beproeft? ~
32 Eze 4:6 | dagen; Ik heb u gegeven elken dag voor elk jaar. ~
33 Eze 10:9 | cherubs; een rad was bij elken cherub; en de gedaante der
34 Eze 26:16 | zullen zij nederzitten, en te elken ogenblik sidderen, en over
35 Eze 40:48 | voorhuis des huizes, en hij mat elken post van het voorhuis, vijf
36 Eze 46:21 | des voorhofs; en ziet, in elken hoek des voorhofs was een
37 Luk 11:3 | 3 Geef ons elken dag ons dagelijks brood. ~
38 Joha 19:23| maakten vier delen, voor elken krijgsknecht een deel) en
39 Hand 7:27| stemmen der profeten, die op elken sabbat dag gelezen worden,
40 Hand 9:21| prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen. ~
41 Hand 12:4 | 4 En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en
42 1Kor 16:2 | 2 Op elken eersten dag der week, legge
|