Book Chapter: Verse
1 Num 21:7 | tegen u gesproken hebben; bid den HEERE, dat Hij deze
2 1Sa 12:19 | het volk zeide tot Samuel: Bid voor uw knechten den HEERE,
3 1Kon 13:6 | uws Gods, ernstelijk, en bid voor mij, dat mijn hand
4 Neh 1:6 | heden voor Uw aangezicht bid, dag en nacht, voor de kinderen
5 Jer 7:16 | 16 Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef
6 Jer 11:14 | 14 Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef
7 Jer 14:11 | zeide de HEERE tot mij: Bid niet voor dit volk ten goede. ~
8 Jer 37:3 | profeet Jeremia, om te zeggen: Bid toch voor ons tot den
9 Jer 42:2 | aangezicht nedervallen, en bid voor ons tot den HEERE,
10 Jer 42:20 | God, gezonden, zeggende: Bid voor ons tot den HEERE,
11 Mark 5:23| is in haar uiterste; ik bid U, dat Gij komt en de handen
12 Luk 8:28 | Gods, des Allerhoogsten, ik bid U, dat Gij mij niet pijnigt! ~
13 Luk 9:38 | uit, zeggende: Meester, ik bid U, zie toch mijn zoon aan;
14 Luk 14:18 | uitga, en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. ~
15 Luk 14:19 | om die te beproeven; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. ~
16 Luk 16:27 | 27 En hij zeide: Ik bid u dan, vader, dat gij hem
17 Joha 17:9 | 9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor
18 Joha 17:9 | 9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar
19 Joha 17:15| 15 Ik bid niet, dat Gij hen uit de
20 Joha 17:20| 20 En Ik bid niet alleen voor dezen,
21 Hand 15:39| onvermaarde stad in Cilicie, en ik bid u, laat mij toe tot het
22 Hand 18:4 | u niet lang ophoude, ik bid u, dat gij ons, naar uw
23 Hand 20:3 | onder de Joden zijn. Daarom bid ik u, dat gij mij lankmoediglijk
24 Rom 12:1 | 1 Ik bid u dan, broeders, door de
25 Rom 15:30 | 30 En ik bid u, broeders, door onzen
26 Rom 16:17 | 17 En ik bid u, broeders, neemt acht
27 1Kor 1:10| 10 Maar ik bid u, broeders, door den Naam
28 1Kor 14:14| indien ik in een vreemde taal bid, mijn geest bidt wel, maar
29 1Kor 16:15| 15 En ik bid u, broeders, gij kent het
30 2Kor 2:8 | 8 Daarom bid ik u, dat gij de liefde
31 2Kor 10:1 | 1 Voorts ik Paulus zelf bid u, door de zachtmoedigheid
32 2Kor 10:2 | 2 Ik bid dan, dat ik, tegenwoordig
33 Gal 4:12 | ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk
34 Efez 3:13| 13 Daarom bid ik, dat gij niet vertraagt
35 Efez 4:1 | 1 Zo bid ik u dan, ik, de gevangene
36 Fili 1:9 | 9 En dit bid ik God, dat uw liefde nog
37 Fili 4:3 | 3 En ik bid ook u, gij mijn oprechte
38 File 1:9 | 9 Zo bid ik nochtans liever door
39 File 1:10| 10 Ik bid u dan voor mijn zoon, denwelken
40 Heb 13:19 | 19 En ik bid u te meer, dat gij dit doet,
41 Heb 13:22 | 22 Doch ik bid u, broeders, verdraagt het
42 2Joh 1:5 | 5 En nu bid ik u, uitverkoren vrouwe,
|