Book Chapter: Verse
1 Gen 34:34 | zijn klederen, en legde een zak om zijn lenden; en hij bedreef
2 Gen 38:25 | wederkeerde, een iegelijk in zijn zak, en dat men hun teerkost
3 Gen 38:27 | 27 Toen een zijn zak opendeed, om zijn ezel voeder
4 Gen 38:27 | was in den mond van zijn zak. ~
5 Gen 38:28 | ook, ziet, het is in mijn zak! Toen ontging hun het hart,
6 Gen 38:35 | bundel zijns gelds in zijn zak; en zij zagen de bundelen
7 Gen 39:21 | geld in den mond van zijn zak, ons geld in zijn gewicht;
8 Gen 40:1 | geld in den mond van zijn zak; ~
9 Gen 40:2 | leggen in den mond van den zak des kleinsten, met het geld
10 Gen 40:11 | en iegelijk zette zijn zak af op de aarde, en iegelijk
11 Gen 40:11 | en iegelijk opende zijn zak. ~
12 Gen 40:12 | beker werd gevonden in den zak van Benjamin. ~
13 Lev 11:32 | vat, of kleed, of vel, of zak, of alle vat, waarmede werk
14 Deu 25:13 | tweeerlei weegstenen in uw zak hebben; een groten en een
15 1Sa 16:20 | met brood, en een lederen zak met wijn, en een geitenbokje;
16 1Sa 17:40 | hij had, te weten in den zak, en zijn slinger was in
17 2Sa 16:1 | zomervruchten, en een lederen zak wijns. ~
18 2Sa 21:10 | de dochter van Aja, een zak, en spande dien voor zich
19 1Kon 21:27| klederen scheurde, en een zak om zijn vlees legde, en
20 1Kon 21:27| hij lag ook neder in den zak, en ging langzaam. ~
21 2Kon 6:30| volk zag, dat, ziet, een zak van binnen over zijn vlees
22 2Kon 21:1 | en bedekte zich met een zak, en ging in het huis des
23 Job 16:15 | 15 Ik heb een zak over mijn huid genaaid;
24 Psa 30:12 | in een rei; Gij hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap
25 Psa 36:13 | zij krank waren, was een zak mijn kleed; ik kwelde mijn
26 Psa 69:12 | 12 En ik heb een zak tot mijn kleed aangedaan;
27 Psa 119:83 | geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen
28 Jes 20:2 | Ga heen, en ontbind den zak van uw lendenen, en doe
29 Jes 37:1 | en bedekte zich met een zak, en ging in het huis des
30 Jes 50:3 | met zwartheid, en stel een zak tot zijn deksel. ~
31 Jes 59:5 | gelijk een bieze, en een zak en as onder zich spreide?
32 Jer 6:26 | dochter Mijns volks! gord een zak aan, en wentel u in de as,
33 Jer 48:37 | en op de lenden is een zak. ~
34 Dan 9:3 | smekingen, met vasten, en zak, en as. ~
35 Joe 1:8 | een jonkvrouw, die met een zak omgord is vanwege den man
36 Amos 8:10| veranderen, en op alle lenden een zak, en op alle hoofd kaalheid
37 Jona 3:6 | hij bedekte zich met een zak, en zat neder in de as. ~
38 Mic 6:11 | goddeloze weegschaal en met een zak van bedriegelijke weegstenen? ~
39 Matt 11:21| zouden zich eertijds in zak en as bekeerd hebben. ~
40 Luk 10:13 | zij zouden eertijds, in zak en as zittende, zich bekeerd
41 Open 6:12| werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed. ~
|