Book Chapter: Verse
1 Matt 12:9 | voortgaande, kwam Hij in hun synagoge. ~
2 Matt 13:54| vaderland, leerde Hij hen in hun synagoge, zodat zij zich ontzetten,
3 Mark 1:21| terstond op den sabbatdag in de synagoge gegaan zijnde, leerde Hij. ~
4 Mark 1:23| 23 En er was in hun synagoge een mens, met een onreinen
5 Mark 1:29| En van stonde aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij
6 Mark 3:1 | En Hij ging wederom in de synagoge; en aldaar was een mens,
7 Mark 5:22| een van de oversten der synagoge, met name Jairus; en Hem
8 Mark 5:35| het huis des oversten der synagoge, zeggende: Uw dochter is
9 Mark 5:36| zeide tot den overste der synagoge: Vrees niet; geloof alleenlijk. ~
10 Mark 5:38| het huis des oversten der synagoge; en zag de beroerte en degenen,
11 Mark 6:2 | geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die
12 Luk 4:16 | den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen. ~
13 Luk 4:20 | de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen. ~
14 Luk 4:28 | En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij
15 Luk 4:33 | 33 En in de synagoge was een mens, hebbende een
16 Luk 4:38 | opgestaan zijnde uit de synagoge, ging in het huis van Simon;
17 Luk 6:6 | anderen sabbat, dat Hij in de synagoge ging, en leerde. En daar
18 Luk 7:5 | lief, en heeft zelf ons de synagoge gebouwd. ~
19 Luk 8:41 | hij was een overste der synagoge; en hij viel aan de voeten
20 Luk 8:49 | het huis des oversten der synagoge, zeggende tot hem: Uw dochter
21 Luk 13:14 | 14 En de overste der synagoge, kwalijk nemende, dat Jezus
22 Joha 6:59| Deze dingen zeide Hij in de synagoge, lerende te Kapernaum.
23 Joha 9:22| te zijn, dat die uit de synagoge zou geworpen worden. ~
24 Joha 12:42| het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. ~
25 Joha 18:20| allen tijd geleerd in de synagoge en in den tempel, waar de
26 Hand 7:14| en gegaan zijnde in de synagoge op den dag des sabbats,
27 Hand 7:42| Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat
28 Hand 7:43| 43 En als de synagoge gescheiden was, volgden
29 Hand 8:1 | zij te zamen gingen in de synagoge der Joden, en alzo spraken,
30 Hand 11:1 | Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was. ~
31 Hand 11:10| zijnde, gingen heen naar de synagoge der Joden; ~
32 Hand 11:17| 17 Hij handelde dan in de synagoge met de Joden, en met degenen,
33 Hand 12:4 | handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof
34 Hand 12:7 | wiens huis paalde aan de synagoge. ~
35 Hand 12:8 | Crispus, de overste der synagoge, geloofde aan den Heere
36 Hand 12:17| Sosthenes, den overste der synagoge, en sloegen hem voor den
37 Hand 12:19| aldaar; maar hij ging in de synagoge, en handelde met de Joden. ~
38 Hand 12:26| vrijmoediglijk te spreken in de synagoge. En als hem Aquila en Priscilla
39 Hand 13:8 | 8 En hij ging in de synagoge, en sprak vrijmoediglijk,
40 Open 2:9 | het niet, maar zijn een synagoge des satans. ~
41 Open 3:9 | Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, dergenen, die
|