Book Chapter: Verse
1 2Sa 8:17 | priesters; en Seraja was schrijver. ~
2 2Sa 20:25 | 25 En Seja was schrijver; en Zadok en Abjathar waren
3 2Kon 12:10| kist was, dat des konings schrijver met den hogepriester opkwam,
4 2Kon 13:10| kist was, dat des konings schrijver met den hogepriester opkwam,
5 2Kon 20:18| hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf,
6 2Kon 20:37| hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf,
7 2Kon 21:2 | hofmeester, en Sebna, den schrijver, en de oudsten der priesteren,
8 2Kon 24:3 | Josia, dat de koning den schrijver Safan, den zoon van Azalia,
9 2Kon 24:8 | hogepriester Hilkia tot Safan, den schrijver: Ik heb het wetboek in het
10 2Kon 24:9 | 9 Daarna kwam Safan, de schrijver, tot den koning, en bracht
11 2Kon 24:10| 10 Ook gaf Safan, de schrijver, den koning te kennen, zeggende:
12 2Kon 24:12| van Michaja, en Safan, den schrijver, en Asaja, den knecht des
13 2Kon 27:19| mitsgaders den oversten schrijver des heirs, die het volk
14 1Kro 18:16| waren priesters, en Sausa schrijver; ~
15 1Kro 19:16| waren priesters, en Sausa schrijver; ~
16 1Kro 25:6 | de zoon van Nethaneel, de schrijver, uit de Levieten, schreef
17 1Kro 28:32| verstandig man; hij was ook schrijver; Jehiel nu, de zoon van
18 2Kro 24:11| er veel gelds was, dat de schrijver des konings kwam, en de
19 2Kro 26:11| daar de hand van Jeiel, den schrijver, en Mahaseja, den ambtman;
20 2Kro 34:15| antwoordde en zeide tot Safan, de schrijver: Ik heb het wetboek gevonden
21 2Kro 34:18| 18 Voorts gaf Safan, de schrijver, den koning te kennen, zeggende:
22 2Kro 34:20| van Micha, en Safan, den schrijver, en Asaja, den knecht des
23 Ezra 4:8 | kanselier, en Simsai, de schrijver, schreven een brief tegen
24 Ezra 4:9 | kanselier, en Simsai, de schrijver, en de overigen van hun
25 Ezra 4:17| kanselier, en Simsai, den schrijver, en de overigen van hun
26 Ezra 4:23| voor Rehum, en Simsai, den schrijver, en hun gezelschappen gelezen
27 Neh 13:13 | priester, en Zadok, den schrijver, en Pedaja, uit de Levieten;
28 Jes 33:18 | overdenken, zeggende: Waar is de schrijver? Waar is de betaalsheer?
29 Jes 36:3 | hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf,
30 Jes 36:22 | hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf,
31 Jes 37:2 | hofmeester, en Sebna, den schrijver, en de oudsten der priesteren,
32 Jer 36:10 | den zoon van Safan, den schrijver, in het bovenste voorhof,
33 Jer 36:12 | de vorsten: Elisama, de schrijver, en Delaja, de zoon van
34 Jer 36:20 | de kamer van Elisama, den schrijver; en zij verklaarden al die
35 Jer 36:21 | de kamer van Elisama, den schrijver; en Jehudi las ze voor de
36 Jer 36:26 | zoon van Abdeel, om den schrijver Baruch en den profeet
37 Jer 36:32 | andere rol, en gaf ze aan den schrijver Baruch, den zoon van Nerija;
38 Jer 37:15 | huize van Jonathan, den schrijver; want zij hadden dat tot
39 Jer 37:20 | het huis van Jonathan, den schrijver, opdat ik aldaar niet
40 Jer 52:25 | mitsgaders den oversten schrijver des heirs, die het volk
41 Hand 13:35| 35 En als de stads schrijver de schare gestild had, zeide
|