Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
naast 5
naastbestaande 1
naaste 105
naasten 41
nabajoth 1
nabal 22
nabeelden 1
Frequency    [«  »]
41 ken
41 kleinen
41 morgenstond
41 naasten
41 onreine
41 onreinigheid
41 oogst

Bijbel

IntraText - Concordances

naasten

   Book Chapter: Verse
1 Gen 11:7 | iegelijk de spraak zijns naasten niet hore. ~ 2 Exo 20:17 | Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren 3 Exo 20:17 | gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, 4 Exo 20:17 | ezel, noch iets, dat uws naasten is. ~ 5 Exo 22:8 | niet zijn hand aan zijns naasten have gelegd heeft. ~ 6 Exo 22:11 | niet zijn hand aan zijns naasten have geslagen heeft; en 7 Exo 22:26 | Indien gij enigszins uws naasten kleed te pand neemt, zo 8 Lev 18:20 | zult niet liggen bij uws naasten huisvrouw ter bezading, 9 Lev 20:10 | hebben, dewijl hij met zijns naasten vrouw overspel gedaan heeft, 10 Lev 24:14 | verkopen, of uit de hand uws naasten kopen zult, dat niemand 11 Lev 24:49 | hem lossen, of die uit de naasten zijns vleses van zijn geslacht 12 Deu 5:21 | gij zult niet begeren uws naasten vrouw; en gij zult u niet 13 Deu 5:21 | niet laten gelusten uws naasten huis, zijn akker, noch zijn 14 Deu 5:21 | ezel, noch iets, dat uws naasten is. ~ 15 Deu 19:14 | 14 Gij zult uws naasten landpale, die de voorvaderen 16 Deu 22:24 | ter oorzake dat hij zijns naasten vrouw vernederd heeft; zo 17 Deu 23:24 | Wanneer gij gaan zult in uws naasten wijngaard, zo zult gij druiven 18 Deu 23:25 | Wanneer gij zult gaan in uws naasten staande koren, zo zult gij 19 Deu 23:25 | sikkel zult gij aan uws naasten staande koren niet bewegen. ~ 20 Deu 27:17 | Vervloekt zij, die zijns naasten landpale verrukt! En al 21 1Kro 12:40| 40 En ook de naasten aan hen, tot aan Issaschar, 22 Est 1:14 | 14 De naasten nu bij hem waren Carsena, 23 Job 31:9 | een vrouw, of ik aan mijns naasten deur geloerd heb; ~ 24 Psa 28:3 | van vrede spreken met hun naasten, maar kwaad is in hun hart. ~ 25 Spre 6:3 | dewijl gij in de hand uws naasten gekomen zijt; ga, onderwerp 26 Spre 6:29| Alzo die tot zijns naasten huisvrouw ingaat; al wie 27 Spre 25:17| uw voet van het huis uws naasten, opdat hij niet zat van 28 Spre 27:17| man het aangezicht zijns naasten. ~ 29 Jer 5:8 | een iegelijk naar zijns naasten huisvrouw. ~ 30 Jer 19:9 | iegelijk het vlees zijns naasten, in de belegering en in 31 Jer 22:13 | opperzalen met onrecht; die zijns naasten dienst om niet gebruikt, 32 Jer 29:23 | bedreven met de vrouwen hunner naasten, en spraken het woord valselijk 33 Eze 18:6 | noch de huisvrouw zijns naasten verontreinigt, noch tot 34 Eze 18:11 | verontreinigt de huisvrouw zijns naasten; ~ 35 Eze 18:15 | Israels, de huisvrouw zijns naasten niet verontreinigt; ~ 36 Eze 22:11 | gruwel gedaan met zijns naasten huisvrouw, en een ander 37 Eze 33:26 | ieder de huisvrouw zijns naasten; en zoudt gij het land erfelijk 38 Zac 11:6 | elkeen in de hand zijns naasten, en in de hand zijns      39 Zac 14:13 | zodat zij een ieder zijns naasten hand zullen aangrijpen, 40 Zac 14:13 | zal tegen de hand zijns naasten opgaan. ~ 41 Hand 7:42| heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License