Book Chapter: Verse
1 Num 34:16 | Maar indien hij hem met een ijzeren instrument geslagen heeft,
2 Deu 28:48 | van alles; en Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat
3 Joz 6:19 | en goud, en de koperen en ijzeren vaten, zullen den HEERE
4 Joz 6:24 | mitsgaders de koperen en ijzeren vaten, gaven zij tot den
5 Joz 17:16 | genoegzaam zijn; er zijn ook ijzeren wagens bij alle Kanaanieten,
6 Joz 17:18 | verdrijven, al hebben zij ijzeren wagens, al zijn zij sterk. ~
7 Ric 1:19 | te verdrijven, omdat zij ijzeren wagenen hadden. ~
8 Ric 4:3 | want hij had negenhonderd ijzeren wagenen, en hij had de kinderen
9 Ric 4:13 | wagenen bijeen, negenhonderd ijzeren wagenen, en al het volk,
10 2Sa 12:31 | het onder zagen, en onder ijzeren dorswagens, en onder ijzeren
11 2Sa 12:31 | ijzeren dorswagens, en onder ijzeren bijlen, en deed hen door
12 1Kon 6:7 | hameren, noch bijl of enig ijzeren gereedschap gehoord werd
13 1Kon 8:51| Egypteland, uit het midden des ijzeren ovens; ~
14 1Kon 22:11| zoon van Kenaana, had zich ijzeren horens gemaakt; en hij zeide:
15 1Kro 21:3 | zaagde ze met de zaag, en met ijzeren dorswagens, en met bijlen;
16 1Kro 30:2 | koper tot koperen, ijzer tot ijzeren, en hout tot houten werken;
17 2Kro 19:10| zoon van Kenaana, had zich ijzeren hoornen gemaakt, en hij
18 Job 19:24 | 24 Dat zij met een ijzeren griffie en lood voor eeuwig
19 Job 20:24 | Hij zij gevloden van de ijzeren wapenen, de stalen boog
20 Job 39:13 | zijn gebeenten zijn als ijzeren handbomen. ~
21 Psa 2:9 | hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in
22 Psa 107:16 | koperen deuren gebroken, en de ijzeren grendelen in stukken gehouwen. ~
23 Psa 149:8 | ketenen, en hun achtbaren met ijzeren boeien; ~
24 Jes 45:2 | zal Ik verbreken, en de ijzeren grendelen zal Ik in stukken
25 Jes 48:4 | hard zijt, en uw nek een ijzeren zenuw is, en uw voorhoofd
26 Jer 1:18 | een vaste stad, en tot een ijzeren pilaar, en tot koperen muren
27 Jer 17:1 | Juda is geschreven met een ijzeren griffie, met de punt eens
28 Jer 28:13 | zult gij in plaats van die ijzeren jukken maken. ~
29 Jer 28:14 | God Israels: Ik heb een ijzeren juk gedaan aan den hals
30 Eze 4:3 | Verder, neem gij u een ijzeren pan, en stel ze tot een
31 Eze 4:3 | pan, en stel ze tot een ijzeren muur tussen u en tussen
32 Dan 4:15 | in de aarde, en met een ijzeren en koperen band in het tedere
33 Dan 4:23 | in de aarde, en met een ijzeren en koperen band in het tedere
34 Dan 5:4 | zilveren, de koperen, de ijzeren, de houten en de stenen
35 Dan 7:7 | sterk; en het had grote ijzeren tanden, het at, en verbrijzelde,
36 Amos 1:3 | afwenden; omdat zij Gilead met ijzeren dorswagens hebben gedorst. ~
37 Hand 6:40| waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad
38 Open 2:27| hij zal ze hoeden met een ijzeren staf; zij zullen als pottenbakkersvaten
39 Open 9:9 | hadden borstwapenen als ijzeren borstwapenen; en het gedruis
40 Open 12:5 | heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en haar kind werd
41 Open 19:15| Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt den
|