Book Chapter: Verse
1 Gen 29:7 | runderen, en de kemels, in twee heiren; ~
2 Gen 29:10 | gegaan, en nu ben ik tot twee heiren geworden! ~
3 Exo 6:25 | uit Egypteland, naar hun heiren. ~
4 Exo 7:4 | Egypte leggen, en voeren Mijn heiren, Mijn volk, de kinderen
5 Exo 12:17 | aan denzelfden dag ulieder heiren uit Egypteland geleid zal
6 Exo 12:41 | dag geschied, dat al de heiren des HEEREN uit Egypteland
7 Exo 12:51 | Egypteland leidde, naar hun heiren. ~
8 Num 1:3 | zult gij tellen naar hun heiren, gij en Aaron. ~
9 Num 1:52 | bij zijn banier, naar hun heiren. ~
10 Num 2:3 | legers van Juda, naar hun heiren; en Nahesson, de zoon van
11 Num 2:9 | en vierhonderd, naar hun heiren. Zij zullen vooraan optrekken. ~
12 Num 2:10 | legers van Ruben, naar hun heiren, zal tegen het zuiden zijn;
13 Num 2:16 | vierhonderd en vijftig; naar hun heiren. En zij zullen de tweede
14 Num 2:18 | legers van Efraim, naar hun heiren, zal tegen het westen zijn;
15 Num 2:24 | en eenhonderd, naar hun heiren. En zij zullen de derde
16 Num 2:25 | het noorden zijn, naar hun heiren; en Ahiezer, de zoon van
17 Num 2:32 | getelden der legers, naar hun heiren waren, zeshonderd drie duizend
18 Num 10:14 | kinderen van Juda, naar hun heiren; en over zijn heir was Nahesson,
19 Num 10:18 | leger van Ruben, naar hun heiren; en over zijn heir was Elizur,
20 Num 10:22 | kinderen van Efraim, naar hun heiren; en over het heir was Elisama,
21 Num 10:25 | samensluitende al de legers, naar hun heiren; en over zijn heir was Ahiezer
22 Num 10:28 | kinderen Israels, naar hun heiren, als zij reisden. ~
23 Num 32:1 | uitgetogen zijn, naar hun heiren, door de hand van Mozes
24 Deu 20:9 | zullen zij oversten der heiren aan de spits des volks bestellen. ~
25 1Kon 15:20| en zond de oversten der heiren, die hij had, tegen de steden
26 2Kon 27:23| Toen nu al de oversten der heiren, zij en hun mannen, hoorden,
27 2Kon 27:26| meeste, en de oversten der heiren, en kwamen in Egypte; want
28 1Kro 11:26| 26 De helden nu der heiren waren: Asahel, de broeder
29 1Kro 28:3 | hoofd van al de oversten der heiren in de eerste maand. ~
30 2Kro 17:4 | en zond de oversten der heiren, die hij had, tegen de steden
31 Hoo 6:13 | is als een rei van twee heiren. ~ ~ ~
32 Jer 40:7 | Toen nu alle oversten der heiren, die in het veld waren,
33 Jer 40:13 | Kareah, en alle oversten der heiren, die in het veld waren,
34 Jer 41:11 | Kareah, en al de oversten der heiren, die met hem waren, al het
35 Jer 41:13 | Kareah, en al de oversten der heiren, die met hem waren, zo werden
36 Jer 41:16 | mitsgaders al de oversten der heiren, die met hem waren, het
37 Jer 42:1 | traden toe alle oversten der heiren, Johanan, de zoon van Kareah,
38 Jer 42:8 | Kareah, en alle oversten der heiren, die met hem waren, en al
39 Jer 43:4 | Kareah, en al de oversten der heiren, en al het volk, der stem
40 Jer 43:5 | Kareah, en al de oversten der heiren namen het ganse overblijfsel
41 Dan 11:10 | zullen een menigte van grote heiren verzamelen; en een van hen
|