Book Chapter: Verse
1 1Sa 1:3 | van jaar tot jaar om te aanbidden, en om te offeren den HEERE
2 Psa 22:28 | zullen voor Uw aangezicht aanbidden. ~
3 Psa 22:30 | op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in het stof
4 Psa 32:6 | Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een
5 Psa 95:6 | 6 Komt, laat ons aanbidden en nederbukken; laat ons
6 Jes 16:12 | zijn heiligdom gaan om te aanbidden, maar hij zal niet vermogen. ~
7 Jes 27:13 | en zij zullen den HEERE aanbidden op den heiligen berg te
8 Jes 45:20 | beelden dragen, en een god aanbidden, die niet verlossen
9 Eze 46:2 | dankofferen bereiden, en hij zal aanbidden aan den dorpel der poort,
10 Eze 46:3 | Ook zal het volk des lands aanbidden voor de deur derzelve poort,
11 Eze 46:9 | noorderpoort ingaat om te aanbidden, zal door den weg van
12 Dan 3:5 | gijlieden nedervallen, en aanbidden het gouden beeld, hetwelk
13 Dan 3:10 | nedervallen, en het gouden beeld aanbidden zouden; ~
14 Dan 3:18 | gij hebt opgericht, zullen aanbidden. ~
15 Zep 2:11 | uit zijn plaats zal Hem aanbidden, al de eilanden der heidenen. ~
16 Zac 14:17 | HEERE der heirscharen, te aanbidden, zo zal er over henlieden
17 Matt 2:2 | en zijn gekomen om Hem te aanbidden. ~
18 Matt 4:9 | nedervallende, mij zult aanbidden. ~
19 Matt 4:10| Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen. ~
20 Luk 4:7 | Indien Gij dan mij zult aanbidden, zo zal het alles Uw zijn.
21 Luk 4:8 | zult den Heere, uw God, aanbidden, en Hem alleen dienen. ~
22 Joha 4:20| plaats is, waar men moet aanbidden. ~
23 Joha 4:21| Jeruzalem, den Vader zult aanbidden. ~
24 Joha 4:22| wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten; want de
25 Joha 4:23| ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid;
26 Joha 4:23| ook dezulken, die Hem alzo aanbidden. ~
27 Joha 4:24| is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in
28 Joha 4:24| Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. ~
29 Joha 12:20| zij op het feest zouden aanbidden; ~
30 Hand 18:11| dat ik ben opgekomen om te aanbidden te Jeruzalem; ~
31 1Kor 14:25| aangezicht, zal hij God aanbidden, en verkondigen, dat God
32 Heb 1:6 | dat alle engelen Gods Hem aanbidden. ~
33 Open 3:9 | dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen,
34 Open 9:20| handen, dat zij niet zouden aanbidden de duivelen; en de gouden,
35 Open 11:1 | en degenen, die daarin aanbidden. ~
36 Open 13:8 | aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn
37 Open 13:12| daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wonde genezen
38 Open 13:15| van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. ~
39 Open 14:11| en nacht, die het beest aanbidden en zijn beeld, en zo iemand
40 Open 15:4 | zullen komen, en voor U aanbidden; want Uw oordelenzijn openbaar
41 Open 19:10| voor zijn voeten, om hem te aanbidden, en hij zeide tot mij: Zie,
|