Book Chapter: Verse
1 Gen 23:55 | 55 Toen zeide haar broeder,
2 Gen 28:55 | 55 En Laban stond des morgens
3 Gen 37:55 | 55 Als nu gans Egypteland hongerde,
4 Lev 13:55 | 55 Als de priester, nadat het
5 Lev 14:55 | 55 En voor melaatsheid der
6 Lev 24:55 | 55 Want de kinderen Israels
7 Num 7:55 | 55 Zijn offerande was: een
8 Num 26:55 | 55 Het land nochtans zal door
9 Num 32:55 | 55 Maar indien gij de inwoners
10 Deu 28:55 | 55 Dat hij niet aan een van
11 Joz 15:55 | 55 Maon, Karmel, en Zif, en
12 Ric 8:55 | 55 Als nu de mannen van Israel
13 1Sa 17:55 | 55 Toen Saul David zag uitgaan
14 1Kon 8:55| 55 Zo stond hij, en zegende
15 1Kro 2:55| 55 En de huisgezinnen der schrijvers,
16 1Kro 6:55| 55 En zij gaven hun Hebron,
17 Ezra 2:55| 55 De kinderen der knechten
18 Neh 7:55 | 55 De kinderen van Barkos,
19 Psa 55 | 55 ~
20 Psa 78:55 | 55 En Hij verdreef voor hun
21 Psa 119:55 | 55 HEERE! des nachts ben ik
22 Jes 55 | 55 ~
23 Jes 56 | 55 ~
24 Jer 51:55 | 55 Want de HEERE verstoort
25 Klaa 1:99| 55 Koph. HEERE! Ik heb
26 Eze 16:55 | 55 Als uw zusters, Sodom
27 Matt 13:55| 55 Is Deze niet de Zoon des
28 Matt 26:55| 55 Ter zelfder ure sprak Jezus
29 Matt 27:55| 55 En aldaar waren vele vrouwen,
30 Mark 6:55| 55 En het gehele omliggende
31 Mark 14:55| 55 En de overpriesters, en
32 Luk 1:55 | 55 (Gelijk Hij gesproken heeft
33 Luk 8:55 | 55 En haar geest keerde weder,
34 Luk 9:55 | 55 Maar Zich omkerende, bestrafte
35 Luk 12:55 | 55 En wanneer gij den zuidenwind
36 Luk 22:55 | 55 En als zij vuur ontstoken
37 Luk 23:55 | 55 En ook de vrouwen, die met
38 Joha 6:55| 55 Want Mijn vlees is waarlijk
39 Joha 8:55| 55 En gij kent Hem niet, maar
40 Joha 11:55| 55 En het pascha der Joden
41 1Kor 15:55| 55 Dood, waar is uw prikkel?
|