Book Chapter: Verse
1 Gen 25:39 | vettigheden der aarde zullen uw woningen zijn, en van den dauw des
2 Gen 33:43 | vorsten van Edom, naar hun woningen, in het land hunner bezitting;
3 Gen 43:11 | Jakob en zijn broederen woningen, en hij gaf hun een bezitting
4 Exo 10:23 | Israels was het licht in hun woningen. ~
5 Exo 12:20 | dat gedesemd is; in al uw woningen zult gij ongezuurde broden
6 Exo 35:3 | aansteken in enige uwer woningen op den sabbatdag. ~
7 Lev 3:17 | uw geslachten, in al uw woningen: geen vet noch bloed zult
8 Lev 7:26 | 26 Ook zult gij in uw woningen geen bloed eten, hetzij
9 Lev 22:34 | HEEREN sabbat, in al uw woningen. ~
10 Lev 22:45 | uw geslachten, in al uw woningen. ~
11 Lev 22:48 | 17 Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen,
12 Lev 22:52 | eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw geslachten. ~
13 Lev 22:62 | uw geslachten, in al uw woningen. ~
14 Num 15:2 | zult zijn in het land uwer woningen, dat Ik u geven zal; ~
15 Num 24:5 | zijn uw tenten, Jakob! uw woningen, Israel! ~
16 Num 34:29 | uw geslachten, in al uw woningen. ~
17 1Kro 4:33| tot Baal toe. Dit zijn hun woningen en hun geslachtsrekening
18 1Kro 4:41| zij sloegen de tenten en woningen dergenen, die daar gevonden
19 1Kro 6:54| 54 En dit waren hun woningen, naar hun kastelen, in hun
20 Job 18:19 | en niemand zal in zijn woningen overig zijn. ~
21 Job 18:21 | Gewisselijk, zodanige zijn de woningen des verkeerden, en dit is
22 Job 21:28 | en waar is de tent van de woningen der goddelozen? ~
23 Job 38:9 | en het ziltige tot zijn woningen. ~
24 Psa 43:3 | Uwer heiligheid, en tot Uw woningen; ~
25 Psa 46:5 | Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten. ~
26 Psa 49:12 | zijn in eeuwigheid, hun woningen van geslacht tot geslacht;
27 Psa 74:20 | plaatsen des lands zijn vol woningen van geweld. ~
28 Psa 78:28 | zijns legers, rondom zijn woningen. ~
29 Psa 83:13 | zeiden: Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke
30 Psa 84:2 | 2 Hoe liefelijk zijn Uw woningen, o HEERE der heirscharen! ~
31 Psa 87:2 | poorten van Sion boven alle woningen van Jakob. ~
32 Psa 132:5 | plaats gevonden zal hebben, woningen voor den Machtige Jakobs! ~
33 Psa 132:7 | 7 Wij zullen in Zijn woningen ingaan, wij zullen ons nederbuigen
34 Hoo 1:8 | en weid uw geiten bij de woningen der herderen. ~
35 Hoo 4:8 | Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de
36 Jes 32:18 | wonen, en in welverzekerde woningen, en in stille geruste plaatsen. ~
37 Jes 35:7 | springaders der wateren; in de woningen der draken, waar zij gelegen
38 Jes 54:2 | dat men de gordijnen uwer woningen uitbreide, verhinder het
39 Jer 9:19 | verlaten, omdat zij onze woningen hebben omgeworpen. ~
40 Jer 21:13 | of wie zou komen in onze woningen? ~
41 Jer 30:18 | wenden, en Mij over hun woningen ontfermen; en de stad zal
42 Jer 33:12 | derzelver steden, zullen wederom woningen zijn van herderen,
43 Jer 51:30 | geworden; zij hebben hun woningen aangestoken, hun grendels
44 Klaa 1:24| Beth. De Heere heeft al de woningen Jakobs verslonden, en heeft
45 Eze 6:6 | 6 In al uw woningen zullen de steden verwoest
46 Eze 6:14 | Diblath henen, in al hun woningen; en zij zullen bevinden,
47 Eze 21:30 | geschapen zijt, in het land uwer woningen zal Ik u richten. ~
48 Eze 25:4 | burgen in u zetten, en hun woningen in u stellen, die zullen
49 Amos 1:2 | verheffen uit Jeruzalem; en de woningen der herderen zullen treuren,
50 Nah 2:12 | vervulde met roof, en zijn woningen met het geroofde. ~
51 Joha 14:2 | huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het
|