Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
oordeler 1
oorkussen 1
oorlapje 1
oorlog 40
oorlogen 13
oorlogs 2
oorlogsmannen 1
Frequency    [«  »]
40 melaatsheid
40 monds
40 nieuw
40 oorlog
40 overkomen
40 overspel
40 pestilentie

Bijbel

IntraText - Concordances

oorlog

   Book Chapter: Verse
1 Exo 17:16 | des HEEREN is, zo zal de oorlog des HEEREN tegen Amalek 2 Num 31:14 | uit den strijd van dien oorlog kwamen. ~ 3 Num 31:82 | ieder, die toegerust is ten oorlog, voor het aangezicht des 4 Joz 11:20 | verstokken, dat zij Israel met oorlog tegemoet gingen, opdat hij 5 Joz 14:11 | nu mijn kracht, tot den oorlog, en om uit te gaan, en om 6 Ric 19:17 | deze allen waren mannen van oorlog. ~ 7 1Kon 12:21| uitgelezenen, geoefend ten oorlog, om tegen het huis Israels 8 1Kon 15:32| 32 En er was oorlog tussen Asa en tussen Baesa, 9 2Kon 3:7 | gij met mij trekken in den oorlog tegen de Moabieten? En hij 10 2Kon 20:20| is raad en macht tot den oorlog; op wien vertrouwt gij nu, 11 2Kon 26:16| en alle helden, die ten oorlog geoefend waren; dezen bracht 12 2Kon 27:19| die het volk des lands ten oorlog opschreef, en zestig mannen 13 1Kro 12:8 | helden, krijgslieden ten oorlog, toegerust met rondas en 14 1Kro 12:37| allerlei krijgsgereedschap ten oorlog, honderd en twintigduizend. ~ 15 1Kro 18:10| want Hadar-ezer voerde oorlog tegen Thou), en alle gouden, 16 1Kro 19:10| want Hadar-ezer voerde oorlog tegen Thou), en alle gouden, 17 2Kro 12:1 | uitgelezenen, geoefend ten oorlog, om tegen Israel te strijden, 18 2Kro 15:6 | was stil, en er was geen oorlog in die jaren tegen hem, 19 2Kro 16:19| 19 En er was geen oorlog tot in het vijf en dertigste 20 2Kro 26:11| heirkracht van geoefenden ten oorlog, uittrekkende ten heire 21 2Kro 26:13| strijdbare kracht zich ten oorlog oefenden, om den koning 22 2Kro 35:21| maar tegen een huis, dat oorlog voert tegen mij; en God 23 2Kro 36:21| maar tegen een huis, dat oorlog voert tegen mij; en God 24 Job 5:20 | van den dood, en in den oorlog van het geweld des zwaards. ~ 25 Psa 27:3 | niet vrezen; ofschoon een oorlog tegen mij opstond, zo vertrouw 26 Psa 120:7 | spreek, zijn zij aan den oorlog. ~ 27 Psa 144:1 | strijde, mijn vingeren ten oorlog; ~ 28 Spre 20:18| raad bevestigd, daarom voer oorlog met wijze raadslagen. ~ 29 Pred 3:8 | om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede. ~ 30 Hoo 3:8 | zwaarden houden, geleerd ten oorlog, elk hebbende zijn zwaard 31 Jes 2:4 | opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren. ~ 32 Jes 7:1 | optoog naar Jeruzalem, ten oorlog tegen haar; maar hij vermocht 33 Jes 27:4 | als een doorn en distel in oorlog stellen, dat Ik tegen hem 34 Jes 36:5 | is raad en macht tot den oorlog; op wien vertrouwt gij nu, 35 Jer 6:23 | toegerust, als een      man ten oorlog tegen u, o dochter van Sion! ~ 36 Jer 50:42 | toegerust als een man ten      oorlog, tegen u, o dochter van 37 Jer 52:25 | die het volk des lands ten oorlog opschreef, en zestig mannen 38 Eze 17:17 | vergadering, met hem in oorlog niets uitrichten als men 39 Dan 11:20 | toornigheden,      noch door oorlog. ~ 40 Open 9:7 | paarden gelijk, die tot den oorlog bereid zijn; en op hun hoofden


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License