Book Chapter: Verse
1 Deu 32:1 | aarde hore de redenen mijns monds. ~
2 1Kro 16:12| wondertekenen, en de oordelen Zijns monds; ~
3 Job 8:2 | spreken, en de redenen uws monds een geweldige wind zijn? ~
4 Job 15:30 | wijken door het geblaas zijns monds. ~
5 Job 23:12 | weggedaan; de redenen Zijns monds heb ik meer dan mijn bescheiden
6 Psa 19:15 | 15 Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns
7 Psa 33:6 | en door den Geest Zijns monds al hun heir. ~
8 Psa 34:6 | en door den Geest Zijns monds al hun heir. ~
9 Psa 37:4 | 4 De woorden zijns monds zijn onrecht en bedrog;
10 Psa 54:4 | oren tot de redenen mijns monds. ~
11 Psa 59:13 | 13 Om de zonde huns monds, om het woord hunner lippen;
12 Psa 78:1 | oor tot de redenen mijns monds. ~
13 Psa 105:5 | wondertekenen, en der oordelen Zijns monds. ~
14 Psa 119:13 | verteld al de rechten Uws monds. ~
15 Psa 119:72 | 72 De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden
16 Psa 119:88 | zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden. ~
17 Psa 119:108| vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten. ~
18 Psa 138:4 | zullen hebben de redenen Uws monds. ~
19 Spre 4:5 | niet van de redenen mijns monds. ~
20 Spre 4:24| Doe de verkeerdheid des monds van u weg, en doe de verdraaidheid
21 Spre 5:7 | niet van de redenen mijns monds. ~
22 Spre 6:2 | verstrikt met de redenen uws monds; gij zijt gevangen met de
23 Spre 6:2 | gevangen met de redenen uws monds. ~
24 Spre 6:12| gaat met verkeerdheid des monds om; ~
25 Spre 7:24| luistert naar de redenen mijns monds. ~
26 Spre 8:8 | Al de redenen Mijns monds zijn in gerechtigheid; er
27 Spre 12:14| wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de
28 Spre 13:2 | ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de
29 Spre 15:23| blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord
30 Pred 10:13| begin der woorden zijns monds is dwaasheid, en het einde
31 Pred 10:13| dwaasheid, en het einde zijns monds is boze dolligheid. ~
32 Hoo 1:2 | mij met de kussen Zijns monds; want Uw uitnemende liefde
33 Jes 11:4 | slaan met de roede Zijns monds, en met den adem Zijner
34 Jer 9:20 | ontvange het woord Zijns monds, en leert uw dochters weeklagen,
35 Eze 29:21 | uitspruiten, en u opening des monds geven in het midden van
36 Hos 6:5 | gedood door de redenen Mijns monds; en uw oordelen zullen voortkomen
37 Mic 7:5 | vriend; bewaar de deuren uws monds voor haar, die in uw schoot
38 Efez 6:19| worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, om de
39 2The 2:8 | zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de
40 Open 2:16| voeren met het zwaard Mijns monds. ~
|