Book Chapter: Verse
1 Ric 5:11| Abi-ezriet, toekwam; en zijn zoon Gideon dorste tarwe bij de pers,
2 Ric 5:13| 13 Maar Gideon zeide tot Hem: Och, mijn
3 Ric 5:19| 19 En Gideon ging in, en bereidde een
4 Ric 5:22| 22 Toen zag Gideon, dat het een Engel des HEEREN
5 Ric 5:22| Engel des HEEREN was; en Gideon zeide: Ach, Heere, HEERE!
6 Ric 5:24| 24 Toen bouwde Gideon aldaar den HEERE een altaar,
7 Ric 5:27| 27 Toen nam Gideon tien mannen uit zijn knechten,
8 Ric 5:29| navraagden, zo zeide men: Gideon, de zoon van Joas, heeft
9 Ric 5:34| toog de Geest des HEEREN Gideon aan, en hij blies met de
10 Ric 5:36| 36 En Gideon zeide tot God: Indien Gij
11 Ric 5:39| 39 En Gideon zeide tot God: Uw toorn
12 Ric 6:1 | stond Jerubbaal (dewelke is Gideon) vroeg op, en al het volk,
13 Ric 6:2 | 2 En de HEERE zeide tot Gideon: Des volks is te veel, dat
14 Ric 6:4 | 4 En de HEERE zeide tot Gideon: Nog is des volks te veel;
15 Ric 6:5 | Toen zeide de HEERE tot Gideon: Al wie met zijn tong uit
16 Ric 6:7 | 7 En de HEERE zeide tot Gideon: Door deze driehonderd mannen,
17 Ric 6:13| 13 Toen nu Gideon aankwam, ziet, zo was er
18 Ric 6:14| anders, dan het zwaard van Gideon, de zoon van Joas, de Israelietischen
19 Ric 6:15| 15 En het geschiedde, als Gideon de vertelling dezes drooms,
20 Ric 6:18| Voor den HEERE en voor Gideon! ~
21 Ric 6:19| 19 Alzo kwam Gideon, en honderd mannen, die
22 Ric 6:20| zwaard van den HEERE, en van Gideon! ~
23 Ric 6:24| 24 Ook zond Gideon boden in het ganse gebergte
24 Ric 6:25| hoofden van Oreb en Zeeb tot Gideon, over de Jordaan. ~ ~ ~
25 Ric 7:4 | 4 Als nu Gideon gekomen was aan de Jordaan,
26 Ric 7:7 | 7 Toen zeide Gideon: Daarom, als de HEERE Zebah
27 Ric 7:11| 11 En Gideon toog opwaarts, den weg dergenen,
28 Ric 7:13| 13 Toen nu Gideon, de zoon van Joas, van den
29 Ric 7:21| is zijn macht. Zo stond Gideon op, en doodde Zebah en Tsalmuna,
30 Ric 7:22| de mannen van Israel tot Gideon: Heers over ons, zo gij
31 Ric 7:23| 23 Maar Gideon zeide tot hen: Ik zal over
32 Ric 7:24| 24 Voorts zeide Gideon tot hen: Een begeerte zal
33 Ric 7:27| 27 En Gideon maakte daarvan een efod,
34 Ric 7:27| denzelven na; en het werd Gideon en zijn huis tot een valstrik. ~
35 Ric 7:28| veertig jaren, in de dagen van Gideon. ~
36 Ric 7:30| 30 Gideon nu had zeventig zonen, die
37 Ric 7:32| 32 En Gideon, de zoon van Joas, stierf
38 Ric 7:33| 33 En het geschiedde, als Gideon gestorven was, dat de kinderen
39 Ric 7:35| huis van Jerubbaal, dat is Gideon, naar al het goede, dat
40 Heb 11:32| ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en
|