Book Chapter: Verse
1 Job 29:24 | 24 Lachte ik hun toe, zij geloofden het niet; en het licht mijns
2 Psa 78:22 | 22 Omdat zij in God niet geloofden, en op Zijn heil niet vertrouwden. ~
3 Psa 78:32 | alles zondigden zij nog, en geloofden niet, door Zijn wonderen. ~
4 Psa 106:12 | 12 Toen geloofden zij aan Zijn woorden; zij
5 Psa 106:24 | ook het gewenste land; zij geloofden Zijn woord niet. ~
6 Jona 3:5 | En de lieden van Nineve geloofden aan God; en zij riepen een
7 Mark 16:11| en van haar gezien was, geloofden zij het niet. ~
8 Mark 16:13| aan de anderen; maar zij geloofden ook die niet. ~
9 Luk 24:11 | als ijdel geklap, en zij geloofden haar niet. ~
10 Luk 24:41 | van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zeide
11 Joha 2:11| geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden in Hem. ~
12 Joha 2:22| tot hen gezegd had, en zij geloofden de Schrift, en het woord,
13 Joha 2:23| het pascha, in het feest, geloofden velen in Zijn Naam, ziende
14 Joha 4:39| Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, om het woord der
15 Joha 4:41| 41 En er geloofden er veel meer om Zijns woords
16 Joha 6:64| wie zij waren, die niet geloofden, en wie hij was, die Hem
17 Joha 7:5 | 5 Want ook Zijn broeders geloofden niet in Hem. ~
18 Joha 7:31| 31 En velen uit de schare geloofden in Hem, en zeiden: Wanneer
19 Joha 8:30| Als Hij deze dingen sprak, geloofden velen in Hem. ~
20 Joha 8:31| tot de Joden, die in Hem geloofden: Indien gijlieden in Mijn
21 Joha 9:18| 18 De Joden dan geloofden van hem niet, dat hij blind
22 Joha 10:42| 42 En velen geloofden aldaar in Hem. ~ ~
23 Joha 11:45| hetgeen Jezus gedaan had, geloofden in Hem. ~
24 Joha 12:11| gingen heen om zijnentwil, en geloofden in Jezus. ~
25 Joha 12:37| hen gedaan had, nochtans geloofden zij in Hem niet; ~
26 Joha 12:42| 42 Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten
27 Hand 2:44| 44 En allen, die geloofden, waren bijeen, en hadden
28 Hand 4:4 | het woord gehoord hadden, geloofden; en het getal der mannen
29 Hand 4:32| menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel;
30 Hand 7:48| Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd
31 Hand 11:4 | 4 En sommigen uit hen geloofden, en werden Paulus en Silas
32 Hand 11:12| 12 Velen dan uit hen geloofden, en van de Griekse eerlijke
33 Hand 11:34| mannen hingen hem aan, en geloofden; onder welke was ook Dionysius,
34 Hand 12:8 | Korinthiers, hem horende, geloofden, en werden gedoopt. ~
35 Hand 12:27| toegebracht aan degenen, die geloofden door de genade. ~
36 Hand 13:18| 18 En velen dergenen, die geloofden, kwamen, belijdende en verkondigende
37 Hand 16:19| synagogen geselde, die in U geloofden; ~
38 Hand 22:24| 24 En sommigen geloofden wel, hetgeen gezegd werd,
39 Hand 22:24| gezegd werd, maar sommigen geloofden niet. ~
40 Jud 1:5 | wederom degenen, die niet geloofden, verdorven heeft. ~
|