Book Chapter: Verse

 1 Exo  30:8  |          dat aansteken; het zal een gedurig reukwerk zijn, voor het
 2 Lev   6:20 |           meelbloem, een spijsoffer gedurig; de helft daarvan op den
 3 Lev  23:2  |           den luchter, om de lampen gedurig aan te steken. ~
 4 Lev  23:3  |           het aangezicht des HEEREN gedurig toerichten, van den avond
 5 Lev  23:4  |           het aangezicht des HEEREN gedurig toerichten. ~
 6 Lev  23:8  |                8 Op elken sabbatdag gedurig zal men dat voor het aangezicht
 7 Num   4:7  |            dekschotels; ook zal het gedurig brood daarop zijn. ~
 8 Num   4:16 |      welriekende specerijen, en het gedurig spijsoffer, en de zalfolie;
 9 Num  24:10 |            gij hebt hen nu driemaal gedurig gezegend! ~
10 Num  28:3  |         lammeren des daags, tot een gedurig brandoffer. ~
11 Num  28:6  |                        6 Het is het gedurig brandoffer, hetwelk op den
12 Num  28:10 |             elken sabbat, boven het gedurig brandoffer, en zijn drankoffer. ~
13 Num  28:23 |   morgenbrandoffer, hetwelk tot een gedurig brandoffer is, zult gij
14 Num  28:24 |           reuk den HEERE; boven dat gedurig brandoffer zal het bereid
15 Num  28:31 |                      31 Behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer,
16 Num  29:6  |             zijn spijsoffer, en het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer,
17 Num  29:11 |            der verzoeningen, en het gedurig brandoffer; en zijn spijsoffer,
18 Num  29:16 |          ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer,
19 Num  29:19 |          ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer,
20 Num  29:22 |          ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer,
21 Num  29:25 |          ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer,
22 Num  29:28 |          ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer,
23 Num  29:31 |          ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer,
24 Num  29:34 |          ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer,
25 Num  29:38 |          ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer,
26 Deu  11:12 |          des HEEREN, uws Gods, zijn gedurig daarop, van het begin des
27 1Kon  10:8 | welgelukzalig deze uw knechten, die gedurig voor uw aangezicht staan,
28 Ezra   3:5 |                    5 Daarna ook het gedurig brandoffer, en van de nieuwe
29 Neh  10:33 |             der toerichting, en het gedurig spijsoffer, en tot het gedurig
30 Neh  10:33 |      gedurig spijsoffer, en tot het gedurig brandoffer, der sabbatten,
31 Job  21:32 |           de graven gebracht, en is gedurig in den aardhoop. ~
32 Psa  69:24 |             zien; en doe hun lenden gedurig waggelen. ~
33 Psa 109:15 |                          15 Dat zij gedurig voor den HEERE zijn; en
34 Eze  46:15 |            morgens bereiden tot een gedurig brandoffer. ~
35 Dan   8:11 |       Denzelven werd weggenomen het gedurig offer, en de woning Zijns
36 Dan   8:12 |         afval overgegeven tegen het gedurig offer; en hij wierp de waarheid
37 Dan   8:13 |             zal dat gezicht van het gedurig offer en van den verwoestenden
38 Dan  12:11 |           van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, en
39 Hand   5:7 |       krijgsknecht van degenen, die gedurig bij hem waren; ~
40 Hand   6:35|            van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan. ~