Book Chapter: Verse
1 Exo 13:3 | zeide Mozes tot het volk: Gedenkt aan dezen zelfden dag, op
2 Exo 20:8 | 8 Gedenkt den sabbatdag, dat gij dien
3 Num 15:39 | al de geboden des HEEREN gedenkt, en die doet; en gij zult
4 Num 15:40 | 40 Opdat gij gedenkt en doet al Mijn geboden,
5 Deu 7:18 | 18 Vreest niet voor hen; gedenkt steeds, wat de HEERE, uw
6 Deu 16:3 | Egypteland uitgetogen); opdat gij gedenkt aan den dag van uw uittrekken
7 Deu 24:9 | 9 Gedenkt, wat de HEERE, uw God, gedaan
8 Deu 25:17 | 17 Gedenkt, wat u Amalek gedaan heeft
9 Joz 1:13 | 13 Gedenkt aan het woord, hetwelk Mozes,
10 Joz 24:7 | overgebleven zijn bij ulieden; gedenkt ook niet aan den naam hunner
11 Ric 8:2 | dat een man over u heerse? Gedenkt ook, dat ik uw been en uw
12 1Sa 1:11 | dienstmaagd aanziet, en mijner gedenkt, en Uw dienstmaagd niet
13 1Kro 16:12| 12 Gedenkt Zijner wonderwerken, die
14 1Kro 16:15| 15 Gedenkt tot in der eeuwigheid Zijns
15 Psa 8:5 | de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen,
16 Psa 9:13 | de bloedstortingen, Hij gedenkt derzelve; Hij vergeet het
17 Psa 88:6 | liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden
18 Psa 105:5 | 5 Gedenkt Zijner wonderen, die Hij
19 Psa 105:8 | 8 Hij gedenkt Zijns verbonds tot in der
20 Psa 111:5 | spijs gegeven; Jod. Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn
21 Jes 43:18 | 18 Gedenkt der vorige dingen niet,
22 Jes 46:8 | 8 Gedenkt hieraan, en houdt u kloekelijk,
23 Jes 46:9 | 9 Gedenkt der vorige dingen van oude
24 Jer 51:50 | weg, en blijft niet staan; gedenkt des HEEREN van verre, en
25 Klaa 1:64| 20 Zain. Mijn ziel gedenkt er wel terdege aan, en zij
26 Matt 16:9 | Verstaat gij nog niet? en gedenkt gij niet aan de vijf broden
27 Mark 8:19| 19 En gedenkt gij niet, toen Ik de vijf
28 Luk 17:32 | 32 Gedenkt aan de vrouw van Lot. ~
29 Luk 24:6 | maar Hij is opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken
30 Joha 16:21| kindeken gebaard heeft, zo gedenkt zij de benauwdheid niet
31 Hand 14:31| 31 Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren lang
32 Efez 2:11| 11 Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen
33 Kol 4:18 | met mijn hand, van Paulus. Gedenkt mijn banden. De genade zij
34 1The 2:9 | 9 Want gij gedenkt, broeders, onzen arbeid
35 2The 2:5 | 5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij
36 Heb 2:6 | de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat
37 Heb 10:32 | 32 Doch gedenkt de vorige dagen, in dewelke,
38 Heb 13:3 | 3 Gedenkt der gevangenen, alsof gij
39 Heb 13:7 | 7 Gedenkt uwer voorgangeren, die u
40 Jud 1:17 | 17 Maar geliefden, gedenkt gij der woorden, die voorzegd
|