Book Chapter: Verse
1 Gen 14:2 | 2 Dat zij krijg voerden met Bera, koning van Sodom,
2 Gen 31:29 | kinderen, en hun vrouwen, voerden zij gevankelijk weg, en
3 Gen 42:5 | en de zonen van Israel voerden Jakob hun vader, en hun
4 Gen 46:13 | 13 Want zijn zonen voerden hem in het land Kanaan,
5 Joz 7:24 | alles wat hij had; en zij voerden ze naar het dal Achor. ~
6 Ric 14:13 | met twee nieuwe touwen, en voerden hem op van de rots.
7 Ric 15:21 | groeven zijn ogen uit; en zij voerden hem af naar Gaza, en bonden
8 Ric 20:23 | Benjamin deden alzo, en voerden naar hun getal vrouwen weg,
9 2Sa 6:3 | 3 En zij voerden de ark Gods op een nieuwen
10 2Sa 19:15 | den koning over de Jordaan voerden. ~
11 1Kon 5:17| koning het nu gebood, zo voerden zij grote stenen toe, kostelijke
12 1Kon 10:11| Hiram, die goud uit Ofir voerden, brachten uit Ofir zeer
13 1Kon 10:29| honderd en vijftig; en alzo voerden ze die uit door hun hand
14 1Kon 21:13| koning gezegend. En zij voerden hem buiten de stad, en stenigden
15 2Kon 9:28| 28 En zijn knechten voerden hem naar Jeruzalem, en zij
16 2Kon 25:30| 30 En zijn knechten voerden hem dood op een wagen van
17 2Kon 27:6 | dan grepen den koning, en voerden hem opwaarts tot den koning
18 2Kon 27:7 | twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel. ~
19 2Kon 27:13| huis des HEEREN was; en zij voerden het koper daarvan naar Babel. ~
20 1Kro 5:10| En in de dagen van Saul voerden zij krijg tegen de Hagarenen,
21 1Kro 5:19| 19 En zij voerden krijg tegen de Hagarenen,
22 1Kro 5:21| 21 En zij voerden hun vee gevankelijk weg;
23 1Kro 13:7 | 7 En zij voerden de ark Gods op een nieuwen
24 2Kro 1:17| 17 En zij brachten op, en voerden een wagen uit van Egypte
25 2Kro 1:17| eenhonderd en vijftig; en alzo voerden zij die door hun hand uit,
26 2Kro 15:15| de tenten van het vee, en voerden weg schapen in menigte,
27 2Kro 22:17| Juda, en braken daarin, en voerden alle have weg, die in het
28 2Kro 22:37| Juda, en braken daarin, en voerden alle have weg, die in het
29 2Kro 24:24| vaderen, verlaten hadden; alzo voerden zij de oordelen uit tegen
30 2Kro 28:8 | 8 En de kinderen Israels voerden van hun broederen gevankelijk
31 2Kro 28:15| hen, en zalfden hen, en voerden ze op ezelen, allen die
32 2Kro 33:11| twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel. ~
33 2Kro 35:24| hem weg van den wagen, en voerden hem op den tweeden wagen,
34 2Kro 36:24| hem weg van den wagen, en voerden hem op den tweeden wagen,
35 Jer 26:23 | 23 Die voerden Uria uit Egypte, en brachten
36 Jer 52:9 | dan grepen den koning, en voerden hem opwaarts tot den koning
37 Jer 52:17 | huis des HEEREN was; en zij voerden al het koper daarvan
38 Oba 1:11 | uitlanders zijn heir gevangen voerden, en de vreemden tot zijn
39 Zac 5:9 | vleugelen eens ooievaars; en zij voerden de efa tussen de aarde
|