Book Chapter: Verse
1 Gen 5:25 | leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech. ~
2 Gen 5:26 | had, zevenhonderd twee en tachtig jaren; en hij gewon zonen
3 Gen 5:28 | Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een
4 Gen 15:16 | 16 En Abram was zes en tachtig jaren oud, toen Hagar Ismael
5 Gen 32:28 | waren honderd jaren, en tachtig jaren.
6 Exo 7:7 | 7 En Mozes was tachtig jaar oud, en Aaron was drie
7 Exo 7:7 | oud, en Aaron was drie en tachtig jaar oud, toen zij tot Farao
8 Num 2:9 | Juda waren honderd zes en tachtig duizend en vierhonderd,
9 Num 4:48 | acht duizend vijfhonderd en tachtig. ~
10 Joz 14:10 | zie, ik ben heden vijf en tachtig jaren oud. ~
11 Ric 3:30 | ondergebracht; en het land was stil tachtig jaren. ~
12 1Sa 22:18 | doodde te dien dage vijf en tachtig mannen, die den linnen lijfrok
13 2Sa 19:32 | was zeer oud, een man van tachtig jaren; en hij had den koning
14 2Sa 19:35 | 35 Ik ben heden tachtig jaren oud; zou ik kunnen
15 1Kon 5:15| duizend, die last droegen, en tachtig duizend houwers op het gebergte. ~
16 1Kon 12:21| van Benjamin, honderd en tachtig duizend uitgelezenen, geoefend
17 2Kon 6:25| totdat een ezelskop voor tachtig zilverlingen was verkocht,
18 2Kon 10:24| bestelde zich Jehu daarbuiten tachtig mannen, en hij zeide: Zo
19 2Kon 21:35| Assyrie honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich
20 1Kro 7:5 | kloeke helden, waren zeven en tachtig duizend, al dezelve in geslachtsregisters
21 1Kro 15:9 | en zijn broederen waren tachtig. ~
22 1Kro 26:7 | was tweehonderd acht en tachtig. ~
23 2Kro 2:2 | lastdragende mannen, en tachtig duizend mannen, die houwen
24 2Kro 2:18| duizend lastdragers, en tachtig duizend houwers in het gebergte,
25 2Kro 12:1 | Benjamin, eenhonderd en tachtig duizend, uitgelezenen, geoefend
26 2Kro 15:8 | dragende, en tweehonderd en tachtig duizend uit Benjamin, het
27 2Kro 18:15| met hem waren tweehonderd tachtig duizend; ~
28 2Kro 18:18| met hem waren honderd en tachtig duizend, ten krijge toegerust. ~
29 2Kro 26:17| hem des HEEREN priesters, tachtig kloeke mannen. ~
30 Ezra 8:8 | van Michael; en met hem tachtig manspersonen. ~
31 Neh 7:26 | Netofa, honderd acht en tachtig;
32 Neh 11:18 | waren tweehonderd vier en tachtig. ~
33 Est 1:4 | vele dagen lang, honderd en tachtig dagen. ~
34 Psa 90:10 | zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste
35 Hoo 6:8 | zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder
36 Jes 37:36 | Assyrie honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich
37 Jer 41:5 | van Silo, en van Samaria, tachtig man, hebbende den baard
38 Luk 2:37 | weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke niet week
39 Luk 16:7 | handschrift, en schrijf tachtig. ~
|